Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.5,17-19 (12/06/2024)
17 “Denk niet dat ik gekomen ben
om de wet en de profeten te ontbinden.
Ik ben niet gekomen om te ontbinden,
maar om te vervullen.
18 Amen, ik zeg jullie:
Totdat hemel en aarde voorbijgaan,
zal niet de kleinste letter van de wet voorbijgegaan zijn
– totdat alles is gebeurd.
19 Wie dus ook maar het kleinste van de geboden loslaat
en het zo leert aan de mensen,
zal de kleinste genoemd worden in het koningschap van de hemelen.
Wie ze echter doet en leert,
die zal groot genoemd worden in het koningschap van de hemelen.”
Na een korte onderbreking gisteren lezen we weer verder in de Bergrede. Matteüs geeft er een zekere spanning in weer. Zijn gemeenteleden kwamen uit het jodendom en als getrouwe Joden waren ze voor het nauwgezet onderhouden van de Wet. Jezus echter was geen letterknecht. Hij neemt de Wet wel helemaal over, in z’n totaliteit, maar hij gaat verder. Hij radicaliseert ze. De radicaliteit van wat hij doet is: G-ds liefde voor de mens voorop stellen. Dat is het wezenlijke, dat is het van waaruit alles in een ander perspectief komt te staan. Vanuit die gerichtheid zal hij de wet doortrekken en tot op de wortel herleiden. Hij zal ze aanvullen, hier en daar een uitroepteken zetten, maar zeker niks verwijderen. Zo heeft hij met heel zijn leven (woord en daad) de volle betekenis van de Wet ook bekend gemaakt, inhoud gegeven en vol-gemaakt. En, zegt hij, het moet doorgaan, de wet moet geleerd worden, doorgegeven aan nieuwe generaties, maar vergeet niet dat ze eerst en vooral moet gedáán worden … G-d gebeurt immers tussen mensen!
Mt. 18,21-19,1 (13/08/2020)
In die tijd kwam Petrus naar Jezus toe en sprak: 'Heer, als mijn broeder tegen mij misdoet, hoe dikwijls moet ik hem dan vergeven? Tot zevenmaal toe?'
Jezus antwoordde hem: 'Neen, zeg Ik u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventigmaal zevenmaal.
Daarom gelijkt het Rijk der hemelen op een koning die rekening en verantwoording wilde vragen aan zijn dienaren.
Toen hij hiermee begon, bracht men iemand bij hem die tienduizend talenten schuldig was.
Daar hij niets had om te betalen gaf de heer het bevel hem te verkopen met vrouw en kinderen en al wat hij bezat om zo de schuld te vereffenen.
De dienaar wierp zich voor hem neer en smeekte: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen.
De heer kreeg medelijden met die dienaar, liet hem gaan en schold hem de geleende som kwijt.
Maar toen die dienaar buiten kwam, trof hij daar een andere dienaar die hem honderd denariën schuldig was;
hij greep hem bij de keel en zei: Betaal wat je schuldig bent.
De andere dienaar wierp zich voor hem neer en smeekte: Heb geduld met mij en ik zal u betalen.
Maar hij weigerde en liet hem zelfs in de gevangenis zetten, totdat hij zijn schuld zou hebben betaald.
Toen nu de overige dienaren zagen wat er gebeurd was, waren zij diep verontwaardigd en gingen hun heer alles vertellen.
Daarop liet de heer hem roepen en sprak: Jij lelijke knecht, heel die schuld heb ik je kwijtgescholden, omdat je mij erom gesmeekt hebt.
Had jij dan ook geen medelijden moeten hebben met je mededienaar, zoals ik met jou medelijden heb gehad?
En in toorn ontstoken leverde zijn heer hem over aan de beulen, totdat hij zijn hele schuld betaald zou hebben.
Zo zal ook mijn hemelse Vader met ieder van u handelen, die niet zijn broeder van harte vergiffenis schenkt.'
Toen Jezus deze toespraak geeindigd had, vertrok Hij uit Galilea en ging naar het Overjordaanse gebied van Judea.
Vergeving: een mooi idee, maar wat als je zelf iets te vergeven hebt? Is het dan nog zo vanzelfsprekend?
Vergeven en vergeven worden, werken helend, dat wéét ik. Maar alleen als ook ik mijn gevoelens durf bloot te leggen,
als ook ik me kwetsbaar opstel. Dan wordt vergeven ten diepste een relationeel gebeuren.
Een gebeuren waardoor relaties hersteld (kunnen) worden en leven opnieuw mogelijk wordt (wat niet wil zeggen dat wat er gebeurd is, wordt weggevaagd).
Maar hoe vaak moeten we vergeven? Petrus vindt van zichzelf dat hij een ruime maat aanhoudt. Hij weet natuurlijk dat de rabbijnen
drie tot vier keer wel voldoende vinden. Maar ja, hij kent Jezus een beetje, vandaar dat hij met een ruime marge rekening houdt.
En dan komt Jezus met het verbluffende antwoord: zeventig maal zeven. Met andere woorden, een onbeperkt aantal, grenzeloos.
Onvoorwaardelijk, net als G-d. Hij die ten diepste door ontferming bewogen telkens weer de relatie herstelt – of toch de kans hiertoe aanreikt.
Hij die Léven schept daar waar er geen meer was. Hij die vergeeft onvoorwaardelijk.
Hoever durf ik daarin mee te gaan?
Mt.18,21-35 (17/09/2023)
21 Petrus kwam naar Jezus en vroeg:
“Heer, hoe vaak mag iemand tegen mij zondigen
om hem nog te vergeven?
Tot zeven maal?” [volgens de Thora: drie of vier maal]
22 Jezus antwoordde hem:
“Niet tot zeven maal, zeg ik je,
maar tot zeventig maal zeven maal!”
23 Zo is het koningschap van de hemelen te vergelijken
met een koning die vereffening wilde vragen van zijn dienaren.
24 Toen hij begon werd iemand bij hem gebracht
die hem tienduizend talenten schuldig was.
[= 10.000 x 6.000 daglonen]
25 Omdat hij niets had om te betalen,
beval de heer dat hij, met zijn vrouw, kinderen en al wat hij had,
verkocht zouden worden.
26 Nu viel de dienaar voor hem op zijn knieën en smeekte:
“Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.”
27 De heer werd ten diepste bewogen,
liet de dienaar vrij
en schold hem het geleende kwijt.
28 Maar toen die dienaar naar buiten ging,
kwam hij een mede-dienaar tegen die hem honderd denariën schuldig was. [= 100 daglonen]
Hij greep hem bij de keel:
“Betaal wat je me schuldig bent!”
29 De mede-dienaar viel hem aan de voeten en smeekte:
“Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.”
30 Maar hij weigerde.
Integendeel, hij wierp hem in de gevangenis
totdat hij het verschuldigde betaald zou hebben.
31 Andere mede-dienaars zagen dit gebeuren
en waren zo diep geschokt
dat ze het gebeuren aan hun heer gingen melden.
32 Toen riep de heer hem bij zich en zei hem:
“Inrotte dienaar,
heel die schuld heb ik jou kwijtgescholden
omdat je mij dat gesmeekt hebt.
33 Moest je je dan ook niet ontfermen over die mede-dienaar,
zoals ik me ontfermd heb over jou?”
34 En vertoornd leverde de heer hem over aan de folteraars
totdat hij het hele verschuldigde betaald zou hebben.
35 Zo zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen
als je niet van harte je mede-mens vergeeft.”
De ‘clou’ van deze parabel, die Jezus vertelt om zijn leerlingen – ons dus – iets duidelijk te maken over hoe het zit met de vergeving die wij te bieden hebben aan wie ons iets verkeerd doet, zit hem in de staart: “Moest je je dan ook niet ontfermen over je mede-dienaar, zoals ik me ontfermd heb over jou?”
Jezus zegt niet dat vergeving gemakkelijk is. Hij zegt zelfs niet dat dat ineens kan gebeuren. Ook de Torah wist al dat je daar wellicht enige ‘rondjes’ voor nodig hebt, en Petrus vermoedt al dat zijn meester verder wil gaan. Menselijk gezien is anderen vergeving schenken een hoge opgave, waar we meestal slechts met mondjesmaat in slagen.
Jezus wijst een andere weg. Hij zegt niet: doe beter je best. Hij zegt: Kijk eens goed naar je eigen leven en zie dat je zelf een mens bent die vergeving nodig heeft! Misschien stemt je dat milder t.o.v. je mede-mens. En wat meer is – belangrijk veel meer: G-d vergeeft het je ook! Misschien stemt je dat …
Mt. 19,3-12 (14/08/2020)
Er kwamen Farizeeën naar Hem toe om Hem op de proef te stellen met de vraag:
'Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten om welke reden dan ook?'
Hij gaf hun ten antwoord: 'Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper in het begin hen als man en vrouw gemaakt heeft
en gezegd heeft: Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen worden een vlees?
Zo zijn zij dus niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.'
Zij zeiden Hem: 'Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven bij het wegzenden van een vrouw een scheidingsbrief te geven?'
Hij antwoordde: 'Om de hardheid van uw hart heeft Mozes jullie toegestaan jullie vrouwen weg te zenden; aanvankelijk was dit echter niet zo.
Ik zeg je dus: wie zijn vrouw wegzendt ‑ en dit niet wegens ontucht ‑ en een ander huwt, begaat echtbreuk; (en wie een weggezonden vrouw huwt, begaat echtbreuk).'
De leerlingen zeiden Hem: 'Als de verhouding tussen man en vrouw zo is, kan men beter niet trouwen.'
Hij antwoordde: 'Niet iedereen kan dit begrijpen, maar alleen zij aan wie het gegeven is.
Er zijn onhuwbaren die zo uit de moederschoot zijn voortgekomen; en er zijn onhuwbaren die door de mensen zo gemaakt zijn;
maar ook zijn er onhuwbaren die zichzelf onhuwbaar hebben gemaakt omwille van het Rijk der hemelen.
Wie bij machte is dit te begrijpen, hij begrijpe het!'
Kunnen we nu op grond van dit gesprek tussen Jezus en de farizeeën een algemene regel formuleren met betrekking tot echtscheiding?
Neen! Dat zou te simplistisch gedacht zijn, vrees ik.
Wel klinkt hier duidelijk hoe kostbaar de liefde is. Dat ware liefde één maakt en leven geeft. Maar dat ze tegelijkertijd ook o zo kwetsbaar is
(voor hen die moedeloos vaststellen dat het echt niet meer gaat blijft de scheidbrief bestaan).
Dit gesprek lijkt me dan ook veeleer een appél te zijn om te komen tot bewuste, doordachte levenskeuzes.
Een appél om vanuit onze verbondenheid met G-d te komen tot onderscheid, te kiezen en trouw te blijven aan de gemaakte keuze wat die uiteindelijk ook is – gehuwd, alleenstaande of wat dan ook.
De essentie is dát er gekozen wordt elke dag opnieuw en dit in verbondenheid met G-d, vanuit zijn Liefde.
Dat is waartoe hij ons oproept: Verbind je, kies, vertrouw en leef! En G-ds liefde zal zichtbaar en vruchtbaar worden doorheen het leven.
Mt.7,15-20 (28/06/2023)
15 Hoed je voor pseudo-profeten,
die naar jullie toe zullen komen in schapenvacht,
maar vanbinnen grijpgrage wolven zijn.
16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen.
Men plukt toch geen druiven van dorens
of vijgen van distels …?
17 Zo brengt iedere goede boom
mooie vruchten voort,
maar de rotte boom
brengt slechte vruchten voort.
18 Een goede boom
kan geen slechte vruchten voortbrengen,
noch een rotte boom
mooie vruchten.
19 Elke boom die geen mooie vruchten voortbrengt,
wordt omgehakt
en in het vuur geworpen.
20 Dus aan hun vruchten
zul je ze [de pseudo-profeten] herkennen.
Profeten spreken en leven vanuit de Torah en zo nemen ze mensen mee op weg richting Go(e)d. Kijk maar naar Jezus. We weten echter ook dat de Torah eveneens gebruikt en verdraaid wordt voor eigen profijt. En dan is de vraag: Wie is een echte en wie een pseudo-profeet? Aan de buitenkant is het niet onmiddellijk zichtbaar. Een profeet (pseudo of niet) verkondigt wat goed is om te leven en wat je daarvoor nodig hebt. Het verschil zit van binnen. Je kan het zien aan de vruchten, zegt Jezus, want de vruchten laten zien wat binnenin aanwezig is. Dus als je verder kijkt, zie je het verschil.
- Je ziet het aan hun gerichtheid: De profeet vertrekt bij de Ander en laat zich richten op de ander. De pseudo-profeet is gericht op zichzelf.
- Je ziet ook waartoe hun woorden (vrucht van wat er leeft in hart en verstand) leiden. Als deze vrede en liefde nalaten en/of opwekken dan heb je te maken met een echte profeet. Als ze haat en verwijten veroorzaken, komen ze van een pseudo-profeet.
Aan ons om te onderscheiden. Aan ons ook de keuze: Hoe richten we ons leven in? Hoe spreken we? Goed of Go(e)d!
Mt. 19,16-22 (17/08/2020)
Eens kwam iemand naar Jezus toe om te vragen: 'Meester, wat voor goed moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?'
Hij zeide hem: 'Waarom wilt ge van Mij weten wat goed is? Een slechts is er goed. Als jij het Leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden.'
'Welke?' vroeg hij. Jezus antwoordde: 'De bekende: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen,
eer je vader en je moeder en je zult je naaste beminnen als jezelf.'
'Dat heb ik allemaal onderhouden', verklaarde de jongeman,'waar schiet ik nog tekort?'
Jezus sprak tot hem: 'Wilt ge volmaakt zijn, ga dan naar huis, verkoop wat ge bezit en geef het aan de armen;
daarmee zult ge een schat in de hemel bezitten. En kom dan terug om Mij te volgen.'
Maar toen de jongeman deze raad hoorde, ging hij ontdaan heen, omdat hij vele goederen bezat.
Het eeuwige leven heeft niets van doen met het afwerken van één of andere checklist: niet gedood check; ouders geëerd check; geen echtbreuk check; …
(net zo min dan dat het redden van levens te maken zou hebben met het afvinken een checklist: mondmasker check, 1,5 m check, …).
Het heeft daarentegen alles te maken met loslaten en vrij worden.
Vrij worden van … (allerlei bewuste en onbewust verslavingen, bezit, werkdruk, verwachtingen, wetten, maatregelen, oordelen… )
om vrij te kunnen leven voor … (het Léven, mijn medemens, de Liefde …).
Eeuwig leven is je laten raken door G-d, je aangetrokken weten en er alles - maar dan ook compleet alles - voor opgeven.
Het enige waar je dan nog mee van doen hebt is G-d, al de rest laat je achterwege, verkoop je. Alles wat jou aan jezelf bindt, laat je los en je kiest ervoor om hem te volgen.
Eeuwig leven is dan niet langer ge-bonden leven maar je laten verbinden en komen tot ver-bonden Léven.