Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.10,1-7 (7/7/2021)
Hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hen volmacht over nog niet gereinigde geesten, zodat ze die aan het licht konden brengen en elke ziekte en zwakte helen.
Dit zijn de namen van de twaalf uitgezondenen [apostels]: Als eerste Simon, die Petrus [rots] wordt genoemd, en zijn broer Andreas; Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes; Filippus en Bartolomeüs; Thomas en Matteüs, de tollenaar; Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Taddeüs; Simon, de Kananeeër, en Judas, de man uit Kerioth, die hem uitgeleverd heeft.
Deze twaalf zond Jezus uit en droeg hen op: “Ga niet de weg van de heidenen, ga niet binnen in een stad van de Samaritanen, maar ga veeleer naar de verloren schapen van het huis van Israël. Ga en verkondig: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Je laten roepen door Jezus maakt dat je op een andere manier zal zien (geen ‘andere’ dingen, maar de dingen ‘anders’). En wanneer je zo naar de wereld kijkt, zal het te zien zijn dat er heel wat ‘nog niet gereinigde geesten’ rondlopen (ook nog vandaag). En Jezus geeft de volmacht om open te breken en hij roept op om dit alles present te stellen en te verkondig dat het anders kan (en moet).
Reeds van bij het begin riep hij mensen en zond ze uit om te gaan en te verkondigen. Het zijn niet de meest succesvolle partners geweest die Jezus uitkoos. Hij wist van bij het begin dat sommigen er een zootje van zouden maken (en nog zullen doen).
En toch … wie het leerling-zijn een beetje serieus neemt, zál uitgezonden worden om elkaar trouw nabij te blijven, te helen. Kijk rond en je zál het zien (je hoeft niet verder te kijken dan je eigen omgeving) dat mensen zich verloren voelen en nood hebben aan iemand die hen ziet en met hen mee gaat. Wees er voor hen, dan zal doorheen die verbondenheid G-ds Liefde te zien zijn. Je leven zal spreken van zijn Koninkrijk.
Mt.10,7-15 ( 8/7/2021)
Ga en verkondig: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Heel de verzwakten, reinig de melaatsen, wek de doden op, verdrijf de demonen. Voor niets heb je ontvangen, voor niets moet je geven.
Neem geen goud mee, geen zilver of koper in je gordel, geen reiszak, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok, want ‘wie werkt is zijn voedsel waard’.
In welke stad of dorp je ook binnenkomt, onderzoek wie het daar waard is en blijf daar dan tot je er weggaat. Als je in een huisgezin binnenkomt, groet hen [= zegen hen met vrede]. Als zij het waard zijn, zal je vrede over hen komen, maar als zij het niet waard zijn, laat dan je vrede over jezelf terugkeren.
Als men je niet verwelkomt en niet luistert naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en schud het stof van je voeten.
Amen, ik zeg jullie: Voor het land van Sodom en Gomorra zal het op de dag van het oordeel draaglijker zijn dan voor die stad.”
Wij worden geroepen en gezonden om op weg te gaan en te verkondigen (net als de twaalf bij aanvang). We worden gezonden met een heel concrete, ’eenvoudige’ opdracht en met enkele tips voor onderweg.
De opdracht: Leef een leven dat niet van-zelf-sprekend is maar laat G-d spreken. Maak mensen héél en heb de wereld lief. Eenvoudiger kan het niet. Je hoeft eigenlijk niets te doen alleen maar te zijn, nl. een doorstroomkanaal waarlangs de goddelijke liefde kan stromen.
De tips voor onderweg: Reis licht, bewandel de weg van de eenvoud, de openheid en het vertrouwen. Wees flexibel en beschikbaar. Laat je niet opjagen als je ergens niet welkom bent. Vertrek gewoon, ga steeds verder en schud alles wat eventueel aan je blijft kleven van je af.
Zo eenvoudig is het: Leef voluit en laat je bewegen door de a/Ander. Leef-IN-vertrouwen en ga in alle vrijheid de wereld tegemoet en laat de wereld vrij om net zo te doen. Liefde kan je immers niet afdwingen dat is een vrije keuze zowel van jou als van de ander.
Mt.18,21-35 (22/03/2022)
Petrus kwam naar Jezus en vroeg: “Heer, hoe vaak mag iemand tegen mij zondigen om hem nog te vergeven? Tot zeven maal?” [volgens de Thora: drie of vier maal] Jezus antwoordde hem: “Niet tot zeven maal, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven maal!”
Zo is het koningschap van de hemelen te vergelijken met een koning die vereffening wilde vragen van zijn dienaren. Toen hij begon werd iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was. [= 10.000 x 6.000 daglonen] Omdat hij niets had om te betalen, beval de heer dat hij, met zijn vrouw, kinderen en al wat hij had, verkocht zouden worden.
Nu viel de dienaar voor hem op zijn knieën en smeekte: “Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.” De heer werd ten diepste bewogen, liet de dienaar vrij en schold hem het geleende kwijt.
Maar toen die dienaar naar buiten ging, kwam hij een mede-dienaar tegen die hem honderd denariën schuldig was. [= 100 daglonen] Hij greep hem bij de keel: “Betaal wat je me schuldig bent!” De mede-dienaar viel hem aan de voeten en smeekte: “Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.” Maar hij weigerde. Integendeel, hij wierp hem in de gevangenis totdat hij het verschuldigde betaald zou hebben.
Andere mede-dienaars zagen dit gebeuren en waren zo diep geschokt dat ze het gebeuren aan hun heer gingen melden. Toen riep de heer hem bij zich en zei hem: “Inrotte dienaar, heel die schuld heb ik jou kwijtgescholden omdat je mij dat gesmeekt hebt. Moest je je dan ook niet ontfermen over die mede-dienaar, zoals ik me ontfermd heb over jou?”
En vertoornd leverde de heer hem over aan de folteraars totdat hij het hele verschuldigde betaald zou hebben.
Zo zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen als je niet van harte je mede-mens vergeeft.”
Vergeven, het kan zó verdomd lastig zijn. Mij helpen twee zaken.
Ten eerste: kijken naar het gebeuren vanuit het perspectief van de ander. Een perspectiefwissel uitvoeren is echter niet evident. Hiervoor moeten eerst de gemoederen bedaard en de emoties tot rust gekomen zijn. Dan pas kan ik me opnieuw open stellen voor die ander. Hoe dieper echter de kwetsuur, hoe moeilijker om met aandacht aanwezig te blijven en me niet af te sluiten.
Ten tweede: een Australische zegswijze die me, net als de tekst van vandaag, uitdaagt in mijn poging om Verbonden te Léven. Een zegswijze die de Aboriginals helpt bij hun omgaan met elkaar, met onrechtvaardigheid of met conflicten. In gedachten zeggen ze, met sereniteit en verdraagzaamheid: ”Ik zegen je en ik laat je gaan.” Je wenst de ander het beste toe door hem te zegenen en je vergeeft al zegenend en loslatend. Het helpt om uit je emoties te blijven enerzijds en uit het oordelen anderzijds. “Ik zegen je en ik laat je gaan”, niet één keer maar telkens weer, oneindig indien nodig.
Mt.11,25-30 (5/07/2020)
In die tijd nam Jezus het woord: ‘Ik dank Je, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Jij dit verborgen hebt
voor wijzen en verstandigen en het onthuld hebt aan eenvoudigen. Ja, Vader, zo heb Jij het goedgevonden.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand kent de Zoon behalve de Vader, en niemand kent de Vader behalve de Zoon,
en ieder aan wie de Zoon Hem heeft willen onthullen. Kom allen naar Mij toe die afgemat en belast zijn, en ik zal je rust geven.
Neem mijn juk op en kom bij Mij in de leer, omdat Ik zachtmoedig ben en eenvoudig van hart, en je zult rust vinden voor je ziel.
Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Er is iets wat Jezus ter sprake wil brengen. Maar hoe spreek je over dat wat verborgen zal blijven voor alle menselijke wijsheid?
Over datgene dat door ons verstand nooit blootgelegd kan worden? Over dat wat wij met al onze wetenschappelijke kennis nooit zullen kunnen ontrafelen?
In alle éénvoud! Niet met grootse wetenschappelijke woorden, maar door in alle éénvoud verbonden te leven.
Schroomvol mag ik aanhoren hoe Jezus in alle intimiteit hierover spreekt, hoe Hij ons op het spoor probeert te brengen van het mysterie van G-d’s Liefde.
Hij getuigt van zijn relatie met de Vader, een relatie die ver gaat en diep reikt zodat ze elkaar tot in het meest wezenlijke leren kennen.
Hij koos bewust voor die allesverterende liefde en heeft zo zijn hele wezen verbonden met G-d.
In die relatie worden wij uitgenodigd. Hij nodigt ons uit om G-d te leren kennen en onze relatie met Hem te laten openbloeien.
Tot ook wij heel ons wezen aan Hem durven te verbinden, onze zorgen durven uit te spreken. Dan zal Hij onze last dragen en wij zijn juk delen.
Dan zullen we rust vinden.
Mt. 11, 25-30 (29/4/2020)
In die tijd nam Jezus het woord: ‘Ik dank u, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u dit verborgen hebt voor wijzen en verstandigen
en het onthuld hebt aan eenvoudigen. Ja, Vader, zo hebt u het goedgevonden. Alles is mij door mijn Vader in handen gegeven.
Niemand kent de Zoon behalve de Vader, en niemand kent de Vader behalve de Zoon, en ieder aan wie de Zoon hem heeft willen onthullen.
Kom allen naar mij toe die afgemat en belast zijn, en ik zal u rust geven. Neem mijn juk op en kom bij mij in de leer,
omdat ik zachtmoedig ben en eenvoudig van hart, en u zult rust vinden voor uw ziel. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Wanneer ik rond kijk, zie ik hoe angst, onrust, ‘blijf in je kot’, … het juk van deze tijd lijkt te worden. Ik voel het die onrust.
Op straat zie ik angst in de ogen van mensen. Ik merk dat velen het niet langer aan kunnen om teruggeworpen te worden op zichzelf.
En te midden van die onrustige, angstige wereld klinkt de uitnodiging: “Neem mijn juk op. Leer van mij: ik ben zachtmoedig en nederig van hart.
En je zult rust vinden”. Iemand die onze last op zich wil nemen. Iemand die rust wil brengen. Wie verlangt er niet naar?
Het wordt ons aangeboden! Het enige wat wij te doen hebben is bij hem in de leer gaan en het aandurven om anders te gaan leven.
Nederig of met andere woorden je leven richten op de ander, op heel de schepping. Je leven richten op God. Nederig dus en zacht-moedig.
Leven met de moed om voorrang te geven aan zachte krachten. Met de moed om tijd te maken voor elkaar, om in gesprek te gaan, nabij te zijn,
te troosten, elkaar uit te dagen, te bevragen; kortom ‘mens te zijn voor elkaar’.
En dit alles vanuit een éénvoud, een één zijn met God.
Durf je het aan?
Mt.10,16-23 (9/7/2021)
“Kijk, ik zend jullie uit als schapen temidden van wolven. Wees dus schrander als slangen en een-voudig als duiven. En pas op voor de mensen! Want ze zullen jullie overleveren aan gerechtshoven en jullie geselen in hun samenkomsten [synagoge]. Je zult voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van mij, tot getuigenis voor hen en voor de volken.
Wanneer ze echter jullie overleveren, wees dan niet bezorgd over hoe of wat je moet zeggen, want op dat uur zal wat je te zeggen hebt je gegeven worden, want niet jullie zijn het die dan spreken, maar het is de Geest van de Vader die in jullie spreekt.
Een broer zal een broer uitleveren ter dood, een vader een kind, kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen doden; je zult door allen gehaat worden omwille van mijn naam; maar wie standvastig blijft ten einde toe, zal bevrijd worden.
Wanneer ze je in die stad vervolgen, vlucht naar een andere. Amen, ik zeg jullie: Je zult met de steden van Israël niet ten einde zijn voordat de mensenzoon komt!”
Jezus windt er geen doekjes om. Hij weet dat het lastig zal worden wanneer je zijn zending serieus neemt. Het is klaar en duidelijk: wanneer je écht een standpunt inneemt (zeker als het over geloof gaat) dan zal je kritiek krijgen. Je zal zijn als schapen onder de wolven. (Niet de meest aantrekkelijke gedachte, vind ik.) Wees dus scherpzinnig en bedachtzaam als een slang, open en onbevangen als een duif. Hou je hoofd erbij en verlies het Vertrouwen niet, dan zullen jou woorden aangereikt worden om te getuigen van Verbonden Léven. Volhard in je geloof. Wees standvastig, ook als het lastig wordt, ook als anderen tegen je opstaan of je zelfs haten omwille van de Liefde. Blijf Verbonden Léven en je zal ervaren dat je er niet alleen voor staat. Wees gerust, ook al lijkt er vaak alleen maar onbegrip en strijd te zijn en moet je telkens opnieuw beginnen, misschien op een andere plek. Het zal niet voor niets zijn, want doorheen alle tegenkrachten zal het Evangelie verspreid worden. Verbonden Léven zal vorm krijgen!