Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.18,21-35 (22/03/2022)
Petrus kwam naar Jezus en vroeg: “Heer, hoe vaak mag iemand tegen mij zondigen om hem nog te vergeven? Tot zeven maal?” [volgens de Thora: drie of vier maal] Jezus antwoordde hem: “Niet tot zeven maal, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven maal!”
Zo is het koningschap van de hemelen te vergelijken met een koning die vereffening wilde vragen van zijn dienaren. Toen hij begon werd iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was. [= 10.000 x 6.000 daglonen] Omdat hij niets had om te betalen, beval de heer dat hij, met zijn vrouw, kinderen en al wat hij had, verkocht zouden worden.
Nu viel de dienaar voor hem op zijn knieën en smeekte: “Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.” De heer werd ten diepste bewogen, liet de dienaar vrij en schold hem het geleende kwijt.
Maar toen die dienaar naar buiten ging, kwam hij een mede-dienaar tegen die hem honderd denariën schuldig was. [= 100 daglonen] Hij greep hem bij de keel: “Betaal wat je me schuldig bent!” De mede-dienaar viel hem aan de voeten en smeekte: “Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.” Maar hij weigerde. Integendeel, hij wierp hem in de gevangenis totdat hij het verschuldigde betaald zou hebben.
Andere mede-dienaars zagen dit gebeuren en waren zo diep geschokt dat ze het gebeuren aan hun heer gingen melden. Toen riep de heer hem bij zich en zei hem: “Inrotte dienaar, heel die schuld heb ik jou kwijtgescholden omdat je mij dat gesmeekt hebt. Moest je je dan ook niet ontfermen over die mede-dienaar, zoals ik me ontfermd heb over jou?”
En vertoornd leverde de heer hem over aan de folteraars totdat hij het hele verschuldigde betaald zou hebben.
Zo zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen als je niet van harte je mede-mens vergeeft.”
Vergeven, het kan zó verdomd lastig zijn. Mij helpen twee zaken.
Ten eerste: kijken naar het gebeuren vanuit het perspectief van de ander. Een perspectiefwissel uitvoeren is echter niet evident. Hiervoor moeten eerst de gemoederen bedaard en de emoties tot rust gekomen zijn. Dan pas kan ik me opnieuw open stellen voor die ander. Hoe dieper echter de kwetsuur, hoe moeilijker om met aandacht aanwezig te blijven en me niet af te sluiten.
Ten tweede: een Australische zegswijze die me, net als de tekst van vandaag, uitdaagt in mijn poging om Verbonden te Léven. Een zegswijze die de Aboriginals helpt bij hun omgaan met elkaar, met onrechtvaardigheid of met conflicten. In gedachten zeggen ze, met sereniteit en verdraagzaamheid: ”Ik zegen je en ik laat je gaan.” Je wenst de ander het beste toe door hem te zegenen en je vergeeft al zegenend en loslatend. Het helpt om uit je emoties te blijven enerzijds en uit het oordelen anderzijds. “Ik zegen je en ik laat je gaan”, niet één keer maar telkens weer, oneindig indien nodig.
Mt.11,25-30 (5/07/2020)
In die tijd nam Jezus het woord: ‘Ik dank Je, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Jij dit verborgen hebt
voor wijzen en verstandigen en het onthuld hebt aan eenvoudigen. Ja, Vader, zo heb Jij het goedgevonden.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand kent de Zoon behalve de Vader, en niemand kent de Vader behalve de Zoon,
en ieder aan wie de Zoon Hem heeft willen onthullen. Kom allen naar Mij toe die afgemat en belast zijn, en ik zal je rust geven.
Neem mijn juk op en kom bij Mij in de leer, omdat Ik zachtmoedig ben en eenvoudig van hart, en je zult rust vinden voor je ziel.
Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Er is iets wat Jezus ter sprake wil brengen. Maar hoe spreek je over dat wat verborgen zal blijven voor alle menselijke wijsheid?
Over datgene dat door ons verstand nooit blootgelegd kan worden? Over dat wat wij met al onze wetenschappelijke kennis nooit zullen kunnen ontrafelen?
In alle éénvoud! Niet met grootse wetenschappelijke woorden, maar door in alle éénvoud verbonden te leven.
Schroomvol mag ik aanhoren hoe Jezus in alle intimiteit hierover spreekt, hoe Hij ons op het spoor probeert te brengen van het mysterie van G-d’s Liefde.
Hij getuigt van zijn relatie met de Vader, een relatie die ver gaat en diep reikt zodat ze elkaar tot in het meest wezenlijke leren kennen.
Hij koos bewust voor die allesverterende liefde en heeft zo zijn hele wezen verbonden met G-d.
In die relatie worden wij uitgenodigd. Hij nodigt ons uit om G-d te leren kennen en onze relatie met Hem te laten openbloeien.
Tot ook wij heel ons wezen aan Hem durven te verbinden, onze zorgen durven uit te spreken. Dan zal Hij onze last dragen en wij zijn juk delen.
Dan zullen we rust vinden.
Mt. 11, 25-30 (29/4/2020)
In die tijd nam Jezus het woord: ‘Ik dank u, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u dit verborgen hebt voor wijzen en verstandigen
en het onthuld hebt aan eenvoudigen. Ja, Vader, zo hebt u het goedgevonden. Alles is mij door mijn Vader in handen gegeven.
Niemand kent de Zoon behalve de Vader, en niemand kent de Vader behalve de Zoon, en ieder aan wie de Zoon hem heeft willen onthullen.
Kom allen naar mij toe die afgemat en belast zijn, en ik zal u rust geven. Neem mijn juk op en kom bij mij in de leer,
omdat ik zachtmoedig ben en eenvoudig van hart, en u zult rust vinden voor uw ziel. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Wanneer ik rond kijk, zie ik hoe angst, onrust, ‘blijf in je kot’, … het juk van deze tijd lijkt te worden. Ik voel het die onrust.
Op straat zie ik angst in de ogen van mensen. Ik merk dat velen het niet langer aan kunnen om teruggeworpen te worden op zichzelf.
En te midden van die onrustige, angstige wereld klinkt de uitnodiging: “Neem mijn juk op. Leer van mij: ik ben zachtmoedig en nederig van hart.
En je zult rust vinden”. Iemand die onze last op zich wil nemen. Iemand die rust wil brengen. Wie verlangt er niet naar?
Het wordt ons aangeboden! Het enige wat wij te doen hebben is bij hem in de leer gaan en het aandurven om anders te gaan leven.
Nederig of met andere woorden je leven richten op de ander, op heel de schepping. Je leven richten op God. Nederig dus en zacht-moedig.
Leven met de moed om voorrang te geven aan zachte krachten. Met de moed om tijd te maken voor elkaar, om in gesprek te gaan, nabij te zijn,
te troosten, elkaar uit te dagen, te bevragen; kortom ‘mens te zijn voor elkaar’.
En dit alles vanuit een éénvoud, een één zijn met God.
Durf je het aan?
Mt.10,16-23 (9/7/2021)
“Kijk, ik zend jullie uit als schapen temidden van wolven. Wees dus schrander als slangen en een-voudig als duiven. En pas op voor de mensen! Want ze zullen jullie overleveren aan gerechtshoven en jullie geselen in hun samenkomsten [synagoge]. Je zult voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van mij, tot getuigenis voor hen en voor de volken.
Wanneer ze echter jullie overleveren, wees dan niet bezorgd over hoe of wat je moet zeggen, want op dat uur zal wat je te zeggen hebt je gegeven worden, want niet jullie zijn het die dan spreken, maar het is de Geest van de Vader die in jullie spreekt.
Een broer zal een broer uitleveren ter dood, een vader een kind, kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen doden; je zult door allen gehaat worden omwille van mijn naam; maar wie standvastig blijft ten einde toe, zal bevrijd worden.
Wanneer ze je in die stad vervolgen, vlucht naar een andere. Amen, ik zeg jullie: Je zult met de steden van Israël niet ten einde zijn voordat de mensenzoon komt!”
Jezus windt er geen doekjes om. Hij weet dat het lastig zal worden wanneer je zijn zending serieus neemt. Het is klaar en duidelijk: wanneer je écht een standpunt inneemt (zeker als het over geloof gaat) dan zal je kritiek krijgen. Je zal zijn als schapen onder de wolven. (Niet de meest aantrekkelijke gedachte, vind ik.) Wees dus scherpzinnig en bedachtzaam als een slang, open en onbevangen als een duif. Hou je hoofd erbij en verlies het Vertrouwen niet, dan zullen jou woorden aangereikt worden om te getuigen van Verbonden Léven. Volhard in je geloof. Wees standvastig, ook als het lastig wordt, ook als anderen tegen je opstaan of je zelfs haten omwille van de Liefde. Blijf Verbonden Léven en je zal ervaren dat je er niet alleen voor staat. Wees gerust, ook al lijkt er vaak alleen maar onbegrip en strijd te zijn en moet je telkens opnieuw beginnen, misschien op een andere plek. Het zal niet voor niets zijn, want doorheen alle tegenkrachten zal het Evangelie verspreid worden. Verbonden Léven zal vorm krijgen!
Mt.18,21-35 (5/03/2024)
21 Petrus kwam naar Jezus en vroeg:
“Heer, hoe vaak mag iemand tegen mij zondigen
om hem nog te vergeven?
Tot zeven maal?” [volgens de Thora: drie of vier maal]
22 Jezus antwoordde hem:
“Niet tot zeven maal, zeg ik je,
maar tot zeventig maal zeven maal!”
23 Zo is het koningschap van de hemelen te vergelijken
met een koning die vereffening wilde vragen van zijn dienaren.
24 Toen hij begon werd iemand bij hem gebracht
die hem tienduizend talenten schuldig was. [= 10.000 x 6.000 daglonen]
25 Omdat hij niets had om te betalen,
beval de heer dat hij, met zijn vrouw, kinderen en al wat hij had,
verkocht zouden worden.
26 Nu viel de dienaar voor hem op zijn knieën en smeekte:
“Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.”
27 De heer werd ten diepste bewogen,
liet de dienaar vrij en schold hem het geleende kwijt.
28 Maar toen die dienaar naar buiten ging,
kwam hij een mede-dienaar tegen die hem honderd denariën schuldig was. [= 100 daglonen]
Hij greep hem bij de keel:
“Betaal wat je me schuldig bent!”
29 De mede-dienaar viel hem aan de voeten en smeekte:
“Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.”
30 Maar hij weigerde.
Integendeel, hij wierp hem in de gevangenis
totdat hij het verschuldigde betaald zou hebben.
31 Andere mede-dienaars zagen dit gebeuren
en waren zo diep geschokt
dat ze het gebeuren aan hun heer gingen melden.
32 Toen riep de heer hem bij zich en zei hem:
“Inrotte dienaar,
heel die schuld heb ik jou kwijtgescholden
omdat je mij dat gesmeekt hebt.
33 Moest je je dan ook niet ontfermen over die mede-dienaar,
zoals ik me ontfermd heb over jou?”
34 En vertoornd leverde de heer hem over aan de folteraars
totdat hij het hele verschuldigde betaald zou hebben.
35 Zo zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen
als je niet van harte je mede-mens vergeeft.”
De ‘clou’ van dit hele verhaal zit hem in de even magistrale als eenvoudige zin: “Moest je je dan ook niet ontfermen over die mede-dienaar, zoals ik me ontfermd heb over jou?” (v.33) Jezus heeft op allerlei manieren – tot in zijn eigen persoon toe – verkondigd hoe er een onverbreekbare lijn loopt tussen G-d en de mensen, en tussen mensen en G-d, en hoe die verloopt via mede-mensen. Hoe G-d met ons omgaat – ons getoond in Jezus – wordt zo het ‘model’ voor hoe wij met onze mede-mensen moeten omgaan. In het venijnige staartje van dit verhaal, stelt Jezus het zelfs nog wat scherper: Hoe wij met onze mede-mensen omgaan, zal G-d als ‘model’ nemen voor hoe Hij met ons omgaat!
Als we dat doordenken, kan het nogal warm worden onder onze voeten …
Het ‘antwoord’ begint ermee te erkennen hoezeer wij zelf wel G-ds barmhartigheid nodig hebben. Zolang wij onszelf wijsmaken ‘van schuld vrij te zijn’ en ons daarmee boven onze mede-mens plaatsen, blijven wij eerder … on-mens …
Mt.20,1-16a (21/08/2024)
1 Want het koninkrijk der hemelen is als een landheer
die vroeg in de morgen naar buiten ging
om arbeiders te huren voor zijn wijngaard.
2 Hij kwam met hen overeen voor een dagloon
en zond ze dan naar zijn wijngaard.
3 Toen hij rond het derde uur weer naar buiten ging,
zag hij anderen, die werkloos waren, op de markt staan.
4 Hij zei tegen hen: “Gaan ook jullie naar mijn wijngaard.
Ik zal jullie geven wat billijk is.”
5 En ze gingen er heen.
Rond het zesde uur ging hij nog eens naar buiten
en weer op het negende
en telkens deed hij hetzelfde.
6 Rond het elfde uur ging hij opnieuw naar buiten
en trof weer anderen daar werkloos staan.
Hij zei tegen hen: “Wat staan jullie hier de hele dag werkloos?”
7 “Niemand heeft ons gehuurd,” antwoordden ze.
Daarom zei hij opnieuw: “Gaan ook jullie naar mijn wijngaard.
Je zult ontvangen wat billijk is.”
8 Toen het avond was geworden,
zei de heer van de wijngaard tegen zijn beheerder:
“Roep de arbeiders en betaal hun het loon,
te beginnen bij de laatsten, en zo tot de eersten.”
9 Degenen van het elfde uur kwamen dus
en ontvingen elk het dagloon.
10 Toen nu degenen van het eerste uur kwamen,
meenden zij dat ze meer zouden krijgen.
Maar ook zij ontvingen elk het dagloon.
11 Ze namen het wel aan,
maar gingen morren tegen de landheer:
12 “Deze laatsten hebben maar één uur gewerkt
en je stelt hen gelijk aan ons
die de lange duur en de brandende hitte van de dag getorst hebben.”
13 Hij antwoordde echter: “Vriend, ik doe je toch geen onrecht?
Ben je niet met mij overeengekomen voor een dagloon?
14 Aanvaard wat van jou is en ga.
Ik wil echter aan de laatsten geven zoals aan jou.
15 Mag ik met het mijne niet doen wat ik wil?
Of ben je kwaad omdat ik goed ben?”
16 Zo zullen de laatste de eersten zijn
en de eersten de laatsten.
Tussen ons economisch denken en het Evangelie durft het wel eens knetteren. In de parabel van de werkers van het elfde uur biedt de wijngaardenier alle werklozen die hij aantreft een dubbele garantie aan: hij stelt ze allemaal tewerk én hij betaalt alle arbeiders precies hetzelfde loon, ongeacht hoeveel of hoe weinig ze gewerkt hebben. Dat zou in ons systeem overeenkomen met een gewaarborgde aanwerving zonder selectieprocedure én ongeacht de werkduur 100% uitbetaling van het loon. De hedendaagse economen zouden Jezus voor gek verklaren.
Ik moet toegeven dat ik Jezus’ economisch programma wel erg gewaagd vind. Maar wat ik wel aanvoel is dat hij uitgaat van een ontzettend vertrouwen in kleine mensen – terwijl de economische onderbouwing van ons socialezekerheidsstelsel uitgaat van een fundamenteel wantrouwen. Misschien denk je dat zo’n economie van vertrouwen onrealistisch is, en toch gebeurt het hier en daar. Ja, het geeft soms wat problemen – maar doet het andere systeem dat ook niet? – maar het werkt als je durft te leven-IN-vertrouwen.