Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.9,35 – 10,1.5-8 (5/12/2020)

Jezus trok rond langs alle steden en dorpen. Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst [synagoge]
en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koninkrijk en hij heelde elke ziekte en elke zwakte onder het volk.
Toen hij de menigte echter overzag, werd hij diep innerlijk bewogen om hen,
omdat ze opgejaagd en krachteloos waren, als schapen zonder herder.
Hij zei tegen zijn leerlingen: “De oogst is wel overvloedig, maar arbeiders zijn er weinig.
Vraag daarom aan de heer van de oogst dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.”
En hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hen volmacht over nog niet gereinigde geesten,
zodat ze die aan het licht konden brengen en elke ziekte en zwakte helen.
Deze twaalf zond Jezus uit en droeg hen op: “Ga niet de weg van de heidenen, ga niet binnen in een stad van de Samaritanen,
maar ga veeleer naar de verloren schapen van het huis van Israël. Ga en verkondig: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Heel de verzwakten, reinig de melaatsen, wek de doden op, verdrijf de demonen. Voor niets heb je ontvangen, voor niets moet je geven.”

Jezus trekt rond, verkondigt – met woord en daad – en ziet. Hij ziet wat mensen beroert. Hij ziet hun angst, hun zorgen en pijn.
Hij ziet hoe ze de kracht en de moed verliezen. Daarbij weet Hij dat ze nood hebben aan iemand die hen inspireert, die hen de weg wijst.
Dit zien raakt hem tot in het diepst van zijn wezen waardoor hij in beweging gezet wordt. Hij kan niet langer blijven wachten.
Daar op de plek waar hij leeft, geeft Hij een antwoord. Hij zendt zijn leerlingen op weg om te verkondigen, te helen, mensen rechtop te helpen.
Je laten raken, innerlijke bewogen worden, zet je in beweging. En dat heeft effect. Het had effect toen, maar ook nu. Kijk dus om je heen.
Je zal mensen zien die zich tot in het diepst van hun zijn laten raken. Mensen die in beweging komen en een antwoord geven
op de nood van de mensen die aan hen zijn toevertrouwd.
Een beweging die uitdijt en zich verspreidt met elke mens die meegaat in zijn spoor.
Zo zal het koninkrijk der hemelen nabij komen – het is al begonnen, zie je het niet?!

Mt.9,18-26 (6/07/2020)

Terwijl Jezus eens tot de menigte sprak, kwam er een overste naar Hem toe, wierp zich voor Hem neer en zei:
'Mijn dochter is zojuist gestorven: maar kom haar de hand opleggen dan zal zij weer levend worden.'
Jezus stond op en ging met hem mee, vergezeld van zijn leerlingen. Plotseling naderde Hem van achter een vrouw die al twaalf jaar lang aan vloeiingen leed,
en raakte de zoom van zijn mantel aan. Want ze zei bij zichzelf: 'Als ik alleen maar zijn mantel kan aanraken, zal ik al genezen zijn.'
Maar Jezus keerde zich om, en toen Hij haar zag sprak Hij: 'Heb goede moed, dochter, jouw geloof heeft je genezen.'
En vanaf dat ogenblik was de vrouw gezond. Toen Jezus in het huis van de overste kwam en de fluitspelers en het misbaar makende volk zag sprak Hij:
'Gaat heen, want het meisje is niet gestorven maar slaapt.' Doch ze lachten Hem uit. Toen al dat volk buitengezet was, trad Hij naderbij,
greep haar hand en het meisje stond op. Het verhaal hiervan deed de ronde door heel die streek.

Een paar dingen vallen op:
Het gaat opnieuw over vertrouwen als basis voor genezing. (Je moet maar durven: al dood, en toch maar vragen om genezing; al 12 jaar ziek, en toch …)
Dat kan het eigen vertrouwen zijn, maar blijkbaar ook plaatsvervangend door iemand die echt om de zieke/dode geeft.
Beide situaties gaan om onreinheid (Joden die een dode of bloedvloeiende vrouw aanraakten, waren onrein en werden een tijd uit de synagoge geweerd) –
waar Jezus zich niets van aantrekt! Hij ziet het lijden van de mens, niet diens aangepraate onaanraakbaarheid.
Hij raakt ze wél aan / laat zich aanraken en gaat een intiem gesprek met hen aan. Hoe helend!
De eenvoud waarmee dat alles gebeurt. (Midden een gedoe dat gemakkelijk zijn aandacht had kunnen afleiden, maar neen: zijn oog en hart valt op de mens in nood.)
Geen ‘misbaar’, geen ‘omhaal van woorden’, geen ‘kijk eens naar mij’, maar enkel dat ene woord en gebaar, dat kleine goede dat voor de ander een wereld van verschil maakt.

Mt.11,11-15 (12/12/2024)

11    Waarlijk, ik zeg jullie:
       Onder wie uit vrouwen zijn geboren,
       is er niemand geweest
       die groter is dan Johannes de doper,
       maar in het koningschap der hemelen
       is zelfs de kleinste groter dan hij.
12    Vanaf de dagen van Johannes de doper tot nu
       lijdt het koningschap der hemelen geweld
       – geweldenaars proberen het weg te rukken –
13    want de profeten en de wet
       leidden toe naar Johannes.
14    Hij is – als je het wil aannemen –
       de Elia die zou terugkomen.
15    Wie oren heeft, moet luisteren!

Vanaf vandaag horen we enkele dagen na elkaar over Johannes de Doper. Hij is de voorloper van ‘de komende’.
Johannes, een man van Godswege, een mens – bekende of onbekende, jij(?) –, iemand die zijn medemensen oproept om anders te gaan leven: weg uit de woestenij, weg uit ‘elk voor zich’, weg uit angstland.
Hij leeft sober en in alle eenvoud en roept mensen op. Hij durft te erkennen dat het soms verdomd moeilijk kan zijn of dat dingen mis kunnen gaan. Toch vraagt hij: keer je om en leef zo dat G-d in jou mag gebeuren, zodat hij in jou te zien is. Met zijn eigen kleine leven getuigt hij van een bevrijdende boodschap: als je groot wilt zijn, richt je dan op G-d. Richt je op hem die zich toont in het kleine en kwetsbare, en luister naar wat hij je te zeggen heeft.
Ik weet dat er altijd zulke mensen zullen zijn. Mensen die roepen, leven en bidden tegen kilte, onrecht en leed; mensen die hun medemensen – jou en mij – aansporen om zich onder te laten dompelen in zijn Geest en geest-driftig te leven. De vraag is: mogen/durven wij zulke mensen zijn?!

Mt. 9,14-15 (24/02/2023)

Toen kwamen de leerlingen van Johannes naar Jezus en vroegen hem: “Waarom vasten wij en de farizeeën wél, maar vasten jouw leerlingen níet?”
Jezus antwoordde hen: “De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet treuren zolang de bruidegom bij hen is? Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen. Dan zullen zij vasten.”

Vasten is iets van alle religies, alle culturen en alle tijden. We mogen er wellicht uit besluiten dat het ‘gewoon’ een noodzakelijkheid is voor mensen!
Mensen lijken een hardnekkige neiging te hebben naar ‘te’. Dieren hebben dat niet: zij nemen wat ze nodig hebben om te (over)leven, niet meer. Mensen – wellicht omdat ze door hun rede ook naar toekomst kijken, en dan bang worden – willen steeds meer, denkend dat dat hun angst zal verdrijven.
Vasten brengt die neiging in evenwicht. Niet meerderen, maar minderen, om vrij te worden, bevrijd van angst. Door te vasten doe je de ervaring op dat je (meer dan) genoeg hebt om te leven en dat niet angst je leven hoeft te regeren, maar vertrouwen.
Jezus is zelf ook in die traditie gaan staan – zo menselijk was hij! Hij heeft dat vasten zeer ernstig genomen (dat lezen we komende zondag) – wellicht ook daarom dat hij er zo vrij en vertrouwvol is uitgekomen. Hij raadt het zijn leerlingen dus ook ten stelligste aan.
Zal ík met die aanbeveling iets doen?

Mt. 7,21.24-27 (3/12/2020)

[Jezus ging verder met zijn onderricht op de berg:] “Niet iedereen die “Heer, Heer!” tegen mij zegt,
zal binnengaan in het koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van mijn Vader.
Iedereen die mijn woorden hoort en ze doet, is te vergelijken met een verstandig man die zijn huis bouwde op de rots.
De regen sloeg neer, de rivieren zwollen op, de winden raasden en beukten op dat huis,
maar het stortte niet in, want het was gegrondvest op de rots.
Maar iedereen die mijn woorden hoort en ze niet doet, is te vergelijken met een verdwaasde
die zijn huis bouwde op het zand. De regen sloeg neer, de rivieren zwollen op, de winden raasden en beukten op dat huis,
maar het stortte in zodat het helemaal verwoest werd.”

Lichtjes van hoop zijn het, de mensen die “de wil doen van mijn Vader”. Die mensen wiens leven gericht is op de ander.
Zij zijn immers die huizen, die mensen die stevig gegrondvest staan en bestand zijn tegen wind, regen en storm.
Het is daar bij die mensen, in die huizen dat velen een toevlucht vinden, een thuis. Het is daar dat
• mensen elkaar optillen, nabij zijn en blijven
• aandachtig en liefdevol met elkaar wordt omgegaan
• dak- en thuisloze gezien en begroet worden
• kinderen aan elkaar mogen groeien
• tijd gemaakt wordt om even te bellen, langs te gaan
• …
Kortom op zovele plekken, in zovele huizen, waar G-d de richting mag aangeven en mensen weg-wijst uit zichzelf naar de ander toe.
Ik daag je uit om, in deze adventstijd, om je heen te kijken, te zien en met elkaar te delen over die vele lichtjes van hoop,
die ons – deels en bijna – laten geloven in ooit helemaal!

Mt.7,7-12 (2/03/2023)

Blijf vragen en er zal je worden gegeven,
blijf zoeken en je zal vinden,
blijf kloppen en er zal je worden open gedaan.
Want al wie vraagt, ontvangt,
al wie zoekt, vindt,
en voor al wie klopt, wordt open gedaan.
Wie van jullie, mensen, zal, als zijn kind om brood vraagt, hem een steen geven,
of als het een vis vraagt, een slang?
Als jullie dus, terwijl je slecht bent, goede gaven geven aan jullie kinderen,
hoeveel te meer dan zal jullie Vader in de hemelen het goede geven aan wie het hem vraagt.
Dus alles wat je zou willen dat mensen voor jou doen, doe dat voor hen.
Dat is wet en profeten!

Jezus’ boodschap is simpel. Toch?
Wat kan ik daaraan toevoegen?
Niets eigenlijk.
Dus gewoon: doen!
… of is dat toch niet zo gewoon?