Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.5,13-16 (8/06/2021)

(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.) 

 “Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout verdwaasd raakt, waarmee kan het dan weer zout worden? Voor niets heeft het nog kracht, alleen om weggeworpen te worden en door de mensen vertrapt.”
Jullie zijn het licht van de wereld. Een stad kan niet verborgen zijn als ze boven op een berg ligt. Men steekt ook geen lamp aan om ze onder een emmer te zetten, maar men zet haar op een kandelaar zodat ze schijnt voor alle mensen in huis.
Zo moet ook jullie licht stralen voor de mensen, opdat ze bij jullie de goede werken zien en jullie Vader in de hemelen grootmaken.”

De Bergrede laat er geen misverstand over bestaan. Er is maar één doel van al deze ‘richtingwijzers’: ‘zout’ en ‘licht’ zijn, “opdat ze de goede werken zíen, en jullie Vader grootmaken”.
Die beelden zijn zeer raak gekozen! Zout moet zó aanwezig zijn in een maaltijd, dat het de mááltijd tot z’n recht laat komen. Als het, door té af- of aanwezigheid, de aandacht op zichzelf trekt, zit het niet goed. Licht dient niet om náár te kijken, maar om ándere dingen zichtbaar te maken.
Als Christen dragen wij dus eigenlijk een grote verantwoordelijkheid voor het welzijn van onze mede-mensen en van onze wereld! Er wordt ons iets gegeven, niet om onszelf in te vermeien, maar ten bate van de wereld.
Komen wij daarmee naar buiten? Laten wij zien/ervaren wat voor Go(e)ds wij te bieden hebben (niet in eigen naam dus)? Het is valse bescheidenheid als wij dat Licht onder een emmer zetten! En moet het ons dan verbazen hoe in onze tijd christendom als irrelevant aan de kant wordt geschoven? Misschien zijn wíj wel de smaak van ons zout verloren?

 

Mt.5,17-19 (10/3/2021)

“Denk niet dat ik gekomen ben om de wet en de profeten te ontbinden.
Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
Zeker, ik zeg jullie: Totdat hemel en aarde voorbijgaan,
zal niet de kleinste letter van de wet voorbijgegaan zijn – totdat alles is gebeurd.
Wie dus ook maar het kleinste van de geboden loslaat en het zo leert aan de mensen,
zal de kleinste genoemd worden in het koningschap van de hemelen.
Wie ze echter doet en leert, die zal groot genoemd worden in het koningschap van de hemelen.”

Jezus was een Jood in hart en nieren. Zijn dagelijks leven was doordrongen van de Wet en de profeten. Hij kende (leefde) ze, van binnen en van buiten, tot het kleinste detail. Zo kreeg hij inzicht in het geheel en in alle vrijheid kon hij doordringen tot de kern ervan: ‘Luister! Bovenal bemin één G-d en de naaste als jezelf.’ Liefde dus in z’n zuiverste en meest intense vorm, goddelijke Liefde. En is dat niet waartoe de Wet bedoeld is? Een Wet (in zijn totaliteit) die ons leven richt naar G-d, op het spoor brengt van zijn Liefde. Waarom zou je daar iets van afschaffen? Om ze naar je hand te zetten? Om je eigen zin te kunnen doen? Het gevolg is dat je zo de Wet uitholt. En neen daarvoor is hij niet gekomen. Integendeel. Met heel zijn leven (woord en daad) heeft Jezus de volle betekenis van de Wet bekent gemaakt, inhoud gegeven, vol-gemaakt. En zegt hij: Doe ook zo. Ga ervoor – voor die goddelijke liefde – maar wel ten volle. Het is alles of niets tot in het kleinste detail.

 

Mt.5,17-19 (9/06/2021)

“Denk niet dat ik gekomen ben om de wet en de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
Amen, ik zeg jullie: Totdat hemel en aarde voorbijgaan, zal niet de kleinste letter van de wet voorbijgegaan zijn – totdat alles is gebeurd.
Wie dus ook maar het kleinste van de geboden loslaat en het zo leert aan de mensen, zal de kleinste genoemd worden in het koningschap van de hemelen. Wie ze echter doet en leert, die zal groot genoemd worden in het koningschap van de hemelen.”

Het is alsof Jezus de betekenis van de oude regels op een nieuwe manier probeert te formuleren. Niet omdat ze niet meer gelden, maar omdat het nodig is terug te gaan naar waar het in die regels om begonnen is.
“Ik ben niet gekomen om wet en de profeten (de traditie) te ontbinden, maar om ze tot vervulling te brengen”, zegt hij zelf. Jezus radicaliseert (in de eigenlijke betekenis van het woord radicaal – radix = wortel).
De radicaliteit van wat Jezus doet is, niet alleen in de Bergrede, maar in heel zijn optreden en door het hele evangelie heen, G-ds liefde voor de mens voorop stellen. Dat is het wezenlijke, dat is het van waaruit alles in een ander perspectief komt te staan: nl. G-dgericht.
Vanuit die gerichtheid zal hij de wet doortrekken, tot op de wortel herleiden. Hij zal ze aanvullen, hier en daar een uitroepteken zetten, maar zeker niks weggommen. Nog geen jota (haakje).
Zo heeft hij met heel zijn leven (woord en daad) de volle betekenis van de wet ook bekend gemaakt, inhoud gegeven, vol-gemaakt. En, zegt hij, doe ook zo. Ga ervoor maar wel ten volle. Het is alles of niets tot in het kleinste detail.

Mt.5,20-25 (26/2/2021)

“Ik zeg jullie: Als je integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt,
zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin:
Je zult niet doden; wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel. [Ex.20,13]
Maar ik zeg jullie: Ieder die vertoornd is op zijn medemens moet onderworpen worden aan het oordeel;
wie zijn medemens uitscheldt, moet onderworpen worden aan de raad [rechtszetel];
wie zijn medemens verwenst, moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
Wanneer je je gave naar het altaar brengt en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft,
laat dan je gave voor het altaar daar, ga je dan eerst verzoenen met je medemens en kom dan met je gave.
Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen zolang je met hem onderweg bent,
zodat hij je niet overlevert aan de rechter, de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar en je in de gevangenis wordt geworpen.”

 Als je kijkt naar Jezus’ optreden en luistert naar wat hij zegt, is onbegrip en ongeloof eigenlijk helemaal niet vreemd.
We hoeven dat echt niet alleen in de schoenen van ‘de farizeeën’ te schuiven!
Het is toch onvoorstelbaar, die radicaliteit waarmee Jezus spreekt (en leeft). Voor Jezus is het nochtans heel helder.
Het koningschap der hemelen begint nu. Het gaat gewoon over een samen-leven dat volledig gericht is op de ander.
Het gaat over relatie, liefde en verbondenheid. Hij geeft daarbij enkele raadgevingen mee om er te komen.
En ja die zijn radicaal maar het woord zegt het zelf, ze brengen je naar de radix (de wortel), nl. de Liefde zonder maat!
Daarover gaat het: over een liefdesrelatie die verbindt, de cirkel van geweld doorbreekt en leven geeft.
Zo een relatie reikt veel verder dan onze menselijke mogelijkheden. De maat van de liefde is de liefde zonder maat.
Is dit té vreemd, té radicaal om geleefd te worden? Nochtans wordt dit soort van mateloosheid nooit geëist,
het wijst alleen een richting naar de mateloosheid waarmee G-d zich met ons verbindt.

Mt.5,17-19 (6/03/2024)

17    “Denk niet dat ik gekomen ben
       om de wet en de profeten te ontbinden.
       Ik ben niet gekomen om te ontbinden,
       maar om te vervullen.
18    Amen, ik zeg jullie:
       Totdat hemel en aarde voorbijgaan,
       zal niet de kleinste letter van de wet voorbijgegaan zijn
       – totdat alles is gebeurd.
19    Wie dus ook maar het kleinste van de geboden loslaat
       en het zo leert aan de mensen,
       zal de kleinste genoemd worden in het koningschap van de hemelen.
       Wie ze echter doet en leert,
       die zal groot genoemd worden in het koningschap van de hemelen.”

Jezus is niet gekomen om de wet op te heffen. Niet het kleinste deeltje mag ervan losgemaakt worden. De Wet is immers één groot geheel en alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er valt dus niets af te schaffen van de Wet, het enige wat ons te doen staat, is haar onderhouden in haar totaliteit.
Dit is dan ook wat Jezus dóet. Hij zal de Wet vervullen, vol-maken, daad-werkelijk waar maken! Met heel zijn leven maakt hij duidelijk dat goddelijk leven geen kwestie is van regelneverij, maar dat zo’n leven verder, dieper reikt. Goddelijk leven gaat over leven vanuit verbondenheid, gericht naar ‘G-d’, weg van jezelf.
De norm van Léven zal dus Liefde zijn, een dienende liefde. Wat dit in de praktijk betekent zullen we maar beginnen te verstaan als we ook daad-werkelijk:
de Wet onderhouden, levend vanuit die goddelijke Liefde en gericht op de ander
erop durven vertrouwen dat wij mensen niet perfect hoeven te zijn zolang onze gerichtheid maar juist zit
Ga ervoor, zegt Jezus, doe ook zo, maar wel ten volle. Het is alles of niets tot in het kleinste detail.

Mt.5,20-25 (23/02/2024)

20    “Ik zeg jullie:
       Als je integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt,
       zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.

21    Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin:
       Je zult niet doden [Ex.20,13];
       wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
22    Ik echter zeg jullie:
       Ieder die vertoornd is op zijn medemens
       moet onderworpen worden aan het oordeel;
       wie zijn medemens uitscheldt,
       moet onderworpen worden aan de raad
       [locale of supralocale rechtszetel];
       wie zijn medemens verwenst,
       moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
23    Wanneer je je gave naar het altaar brengt
       en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft,
24    laat dan je gave voor het altaar daar,
       ga je dan eerst verzoenen met je medemens
       en kom dan met je gave.
25    Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen
       zolang je met hem onderweg bent,
       zodat hij je niet overlevert aan de rechter,
       de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar
       en je in de gevangenis wordt geworpen.

Jezus promoot hier geen wij-zij denken, geen polarisatie. Het is niet zijn bedoeling om mensen (groepen) tegen elkaar op te zetten. Integendeel! Wat hij verlangt, is dat we met z’n allen integer samen-leven zodat G-d in alles en allen zichtbaar mag worden.
Een weg daartoe is de ander tegemoet treden, hem niet verwensen, uitschelden, gebruiken of veroordelen. En terwijl je onderweg bent dien je ook alert te zijn op wat er bij de ander zoal speelt zodat je ziet wat hem dwarszit, en als dat aan jou ligt, is het eerste wat je te doen staat, je met hem verzoenen.
Dit is duidelijk niet de gemakkelijkste weg. Het is veeleer een vrij radicale weg, maar het woord zegt het zelf, hij brengt je naar de radix (de wortel), nl. de Liefde zonder maat! Daarover gaat het: over een liefdesrelatie die verbindt, de cirkel van geweld doorbreekt en leven geeft. Zo een relatie reikt veel verder dan onze menselijke mogelijkheden.
Is dit té vreemd, té radicaal om geleefd te worden? Nochtans wordt dit soort van mateloosheid nooit geëist, het wijst alleen een richting naar de mateloosheid waarmee G-d zich met ons verbindt.