Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.28,8-15 (21/04/2025)
8 Haastig gingen de vrouwen,
in ontzag en grote vreugde,
terug van het graf naar zijn leerlingen
om het [de boodschap van de engel dat Jezus was verrezen] hen te berichten.
9 En kijk! Terwijl ze onderweg waren,
kwam Jezus hen tegemoet en zei:
“Met vreugde gegroet!” [» Goeiemorgen!]
Zij liepen op hem toe,
bogen voor hem neer en klampten zijn voeten vast.
10 Jezus zei tegen hen:
“Wees niet bang!
Ga, en bericht mijn broers
dat ze naar Galilea moeten gaan.
Daar zullen ze mij zien.”
11 En zij gingen.
Maar kijk!
Enkele van de wachters kwamen in de stad
en berichtte de hogepriesters wat er was gebeurd.
12 Zij kwamen bijeen met de oudsten
en namen een raadsbesluit:
Ze gaven de soldaten veel zilverlingen
13 met de opdracht:
“Zeg dat zijn leerlingen hem ’s nachts zijn komen stelen,
terwijl wij sliepen.
14 En als het de landvoogd [Pilatus, die de wacht bevolen had] ter ore zou komen,
zullen wij hem wel overtuigen
zodat jullie je geen zorgen moeten maken.”
15 Zij namen de zilverlingen
en deden zoals hun was aangeleerd,
en dit verhaal deed onder de Joden de ronde,
tot op vandaag.
Jezus begroet de vrouwen met “chairète” (mv. van chairè (caire)), wat merkwaardigerwijze, maar misschien wel betekenisvol, zowel met het heel gewone ‘goeiemorgen’ kan vertaald worden, als met het veel dieper en verstrekkender ‘vreugde wens ik je toe, vreugde schenk ik je’. En dat staat natuurlijk in direct verband met het bijna in onbruik geraakte begrip ‘genade’ (charis).
Dat Jezus’ leven onder ons – net ook ná zijn dood-omwille-van-de-liefde – ons vreugde zou mogen geven, dat wenst hij ons toe! Maar merken wij het ook? Toegegeven, zijn levende aanwezigheid onder ons is niet altijd makkelijk op te merken. Of misschien kijken wij te makkelijk naar andere dingen?
Zíen wij ín elkaar een ‘goeiemorgen’? Zíen wij dat in elke ontmoeting de vreugde schuilt van iets ongehoords nieuws? Verrijzenis – levende aanwezigheid van G-d onder ons – kan gebeuren, élke keer wij in de ander de Ander ontwaren! Wat een Genade schenkt G-d ons als hij telkens wij ‘ontwaken’ ons begroet met: “Chairè!”
Mt.1,18-24 (18/12/2023)
18 De geboorte van Jezus de gezalfde [Christos-Messiah] verliep zo:
Zijn moeder, Maria, was verloofd met Jozef.
Voor zij echter gingen samen leven,
werd zij zwanger bevonden uit heilige geest.
19 Haar man Jozef, die integer was,
wilde haar niet openlijk te schande maken
en dacht erover haar in het geheim weg te sturen.
20 Kijk! Terwijl hij deze dingen overdacht,
verscheen een boodschapper [engel] van de Heer
in een droom aan hem:
“Jozef, zoon van David,
wees niet bang Maria, je vrouw,
bij jou te nemen,
want wat in haar is verwekt
is uit heilige geest.
21 Ze zal een zoon baren
en je moet hem de naam Jezus [de Heer is redding] geven,
want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.”
22 Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden
wat vanwege de Heer door de profeet is gezegd:
23 Zie, de jonge vrouw zal zwanger worden
en een zoon baren
en ze zullen hem noemen: Immanuël [Jes.7,14],
wat betekent: God met ons.
24 Ontwaakt uit de slaap
deed Jozef nu zoals de boodschapper van de Heer
hem had opgedragen
en nam zijn vrouw bij zich.
In een kapel hier in de buurt, kun je een St.-Jozefsbeeld zien dat je niet al te vaak vindt. Meestal wordt hij afgebeeld met een al ietwat grotere Jezus – alsof vaders dan pas belangrijk worden in het leven van hun kinderen. Hier draagt hij de baby op zijn arm – trouwe, stevige en stille aanwezige die hij inderdaad vanaf het begin (en zelfs al daarvoor) was!
Zijn rol in het heilsgebeuren lijkt erg klein en op de achtergrond, maar het is cruciaal. Niet alleen omdat het in die tijd noodzakelijk was dat een vrouw ‘bekend’ werd door een man om ook maar iets van een leven te kunnen leiden – laat staan een kind te baren en op te voeden. Even cruciaal is het dat hij dat kind mee wou en kon opvoeden tot de bijzondere persoonlijkheid die hij geworden is.
Díe Jozef kan ons sterk inspireren. Het meeste van wat wij doen is ook erg klein en maar een voetnoot in de geschiedenis. Maar waar wij met dat kleine ánderen doen groeien, laten wij het goddelijke gebeuren in deze wereld!
Mt.7,1-5 (23/06/2025)
1 Oordeel niet,
opdat je niet geoordeeld wordt.
2 Want met het oordeel waarmee jij oordeelt,
zul je geoordeeld worden,
en met de maat waarmee jij meet,
zul je gemeten worden.
3 Wat kijk je naar de splinter
in het oog van je mede-mens,
terwijl in je eigen oog
je de balk niet ziet?
4 Of hoe kun je tegen je mede-mens zeggen:
Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,
terwijl er een balk in je eigen oog zit.
5 Dubbelzinnigaard [hypocritès / buiten de onderscheiding],
verwijder eerst de balk uit je eigen oog
en dan zul je helder zien
om de splinter uit het oog van je mede-mens te verwijderen.
Wanneer hier gesproken wordt over oordelen, gaat het volgens mij niet over ons oordeel over politiek, of kunst, ... enz. , maar wel over de harde, overhaaste en vaak zelfingenomen veroordeling van onze medemens. Jezus daagt z’n toehoorders uit om die diepgewortelde gewoonte die we allemaal delen – de neiging om anderen snel en hard te veroordelen, of het nu politici, buren of zelfs dierbaren zijn – een halt toe te roepen. Hij vraagt om ons niet te richten op de splinter in het oog van een ander, waardoor we geneigd zijn om de balk in ons eigen oog te negeren. Het is immers onze (ver)oordelende houding die ons vermogen om anderen en onszelf helder te zien, vertroebelt. Daarom nodigt hij ons uit tot een houding van nederigheid om eerst onze eigen tekortkomingen te erkennen en anderen niet met veroordeling te benaderen, maar met genade en begrip.
Mt.1,18-24 (18/12/2024)
18 De geboorte van Jezus de gezalfde [Christos-Messiah] verliep zo:
Zijn moeder, Maria, was verloofd met Jozef.
Voor zij echter gingen samen leven,
werd zij zwanger bevonden uit heilige geest.
19 Haar man Jozef, die integer was,
wilde haar niet openlijk te schande maken
en dacht erover haar in het geheim weg te sturen.
20 Kijk! Terwijl hij deze dingen overdacht,
verscheen een boodschapper [engel] van de Heer
in een droom aan hem:
"Jozef, zoon van David,
wees niet bang Maria, je vrouw,
bij jou te nemen,
want wat in haar is verwekt
is uit heilige geest.
21 Ze zal een zoon baren
en je moet hem de naam Jezus [de Heer is redding] geven,
want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.”
22 Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden
wat vanwege de Heer door de profeet is gezegd:
23 Zie, de jonge vrouw zal zwanger worden
en een zoon baren
en ze zullen hem noemen: Immanuël [Jes.7,14],
wat betekent: God met ons.
24 Ontwaakt uit de slaap
deed Jozef nu zoals de boodschapper van de Heer
hem had opgedragen
en nam zijn vrouw bij zich.
Ook vandaag gebeurt het nog wel dat mensen ‘zwanger zijn uit heilige Geest’. Ze zijn zo vol van G-ds werking in hun leven, dat ze daar heel hun leven willen op afstemmen en G-d voluit zijn plaats geven. Dat kan vreemd overkomen voor de mensen uit hun dichte omgeving. Hoe integer die op zichzelf ook kunnen zijn, die G-dsrelatie lijkt hun relatie met de persoon in kwestie wat in de weg te staan. Ik zeg wel: líjkt dat in de weg te staan.
Voor beide zal het een ontdekking worden dat – elk zichzelf blijvende – net het sámen vruchtbaar wordt! Het is in dit samengaan van ‘andersheden’ (soms ook wel spanning) dat er een creatieve ruimte ontstaat waar ‘Jezus’ – G-d is redding! – kan geboren worden.
Zalig de menselijke relaties waar men zo vol durft zijn van elkaar én van heilige Geest – ook al is het allemaal wat onbegrijpelijk. Zalig de menselijke relaties waar men durft dromen en sámen creatieve ruimte scheppen voor de Heer!
Mt. 2,1-12 (3/01/2021)
Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, ten tijde van koning Herodes, kwamen er uit het Oosten magiërs in Jeruzalem aan.
Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn gekomen om Hem te huldigen.’
Toen koning Herodes hiervan hoorde, schrok hij, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen
en wilde van hen weten waar de Messias geboren zou worden. Ze zeiden hem: ‘In Betlehem in Judea.
Want zo staat het geschreven bij de profeet: Betlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda,
want uit u zal een leider voortkomen, die herder zal zijn van mijn volk Israël.’
Toen riep Herodes de magiërs in stilte bij zich en vroeg nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was.
Hij stuurde hen naar Betlehem met de woorden: ‘Ga een nauwkeurig onderzoek instellen naar het kind.
Wanneer u het gevonden hebt, laat het mij dan weten; dan kan ook ik het gaan huldigen.’ Toen ze de koning hadden aanhoord, gingen ze weg.
Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was.
Toen ze de ster zagen, werden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria.
Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze haalden hun schatten tevoorschijn en gaven hem goud, wierook en mirre als geschenk.
En omdat ze in een droom gewaarschuwd waren om niet naar Herodes terug te keren, namen ze de wijk en gingen ze langs een andere weg naar hun land terug.
Twee soorten mensen spelen er mee in ons verhaal.
Enerzijds de wijzen, zij die oprecht zoeken naar iets wat ze vermoeden, meer nog,
naar een werkelijkheid waarvan ze overtuigd zijn en die hen tegemoet treedt.
Mensen die – bewust levend – open staan voor wat hen overstijgt en proberen voeling te krijgen met wat er toe doet.
Anderzijds Herodes, hij die er van overtuigd is dat hij alles in z’n macht heeft, maar eigenlijk totaal van niets blijkt te weten.
Een mens vol van zichzelf die alles in het werk stelt om de zaken onder controle te houden.
Mensen die hun eigen god creëren, die voorthollen en doen wat anderen belangrijk vinden, om zichzelf belangrijk te voelen.
In de realiteit gaat het echter niet om een scheiding tussen mensen maar loopt de scheidingslijn dwars doorheen elke mens.
Kijk dus omhoog en zie de ster(ren) of kijk omlaag en zie het Kind in de kribbe,
dat in al zijn weerloze kwetsbaarheid G-d bij ons bracht, ons zo met hem verbindt en Liefde leert.
Mt.6,24-34 (21/6/2025)
24 Niemand kan twee heren dienen,
want of hij zal de één haten en de ander liefhebben,
of hij zal zich aan de één hechten en de ander verachten.
Je kunt niet God dienen én je persoonlijk be-zit.
25 Daarom zeg ik jullie:
Maak je geen zorgen over jezelf,
wat je zult eten of wat je zult aantrekken.
Is het leven niet meer dan het voedsel
en het lichaam niet meer dan de kledij?
26 Kijk eens naar de vogels in de lucht:
Ze zaaien niet, ze maaien niet, noch verzamelen in schuren …
en jullie hemelse Vader voedt ze.
Hoeveel meer dan zij zijn jullie gedragen!
27 Wie van jullie kan door zich zorgen te maken
aan zijn leven ook maar een meter toevoegen?
28 En over je kledij, wat maak je je zorgen?
Leer ten diepste van de onderscheidende lelies op het veld,
hoe ze groeien:
Ze spinnen niet, ze weven niet …
29 Maar ik zeg jullie:
Zelfs [de spreekwoordelijk] glorieuze [koning] Salomo
was niet gekleed als één van hen.
30 Als God nu het gras,
dat vandaag op het veld staat
en morgen in de oven wordt geworpen,
zó kleedt,
hoeveel te meer dan jullie, klein-vertrouwenden!
31 Wees dus niet bezorgd door je af te vragen:
wat moeten we eten of drinken
en waarmee moeten we ons kleden,
32 want naar deze dingen zoeken alle mensen [die niet vanuit God leven].
Maar jullie hemelse Vader weet dat je ze nodig hebt.
33 Zoeken jullie dus eerst het koningschap van God en zijn integriteit
en al die dingen zullen jullie erbij gegeven worden.
34 Wees dus niet bezorgd over morgen,
want die dag zal bezorgd zijn over zijn eigen dingen
en elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen.
Jezus wijst zijn leerlingen op de relatie die G-d heeft met álle schepselen. In G-ds ogen is elk van hen belangrijk: “Kijk naar de vogels in de hemel: ze zaaien niet, ze maaien niet …, en jullie hemelse Vader voedt ze”. Zo schetst hij een wereld waarin allen (zowel mensen, dieren, planten, … kortom alle levende wezens) als kinderen van eenzelfde Vader verenigd zijn en hij nodigt uit om ook daad-werkelijk die ver-enig-de wereld te beleven. Maar om deze te realiseren zullen er keuzes moeten gemaakt worden, want twee heren dienen kan niet. Kijk daarom naar wat de drijfveer is van heel je doen en laten. Ben je gericht op jezelf en het vergaren van bezit, of op G-d, op respectvol, teder omgaan met heel de schepping? G-d schenkt ons alvast zijn vertrouwen. Hij weet wat er nodig is, zodat niemand zich hoeft te laten vastzetten of lamleggen door de zorgen van het dagelijks bestaan, en er ruimte vrijkomt om te leren leven in het hier en nu, het overbodige los te laten en ‘verenigd’ samen te leven.