Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.5,20-26 (10/06/2021)

(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.) 

“Ik zeg jullie: Als je integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt, zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin: Je zult niet doden [Ex.20,13]; wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
Ik echter zeg jullie: Ieder die vertoornd is op zijn medemens moet onderworpen worden aan het oordeel; wie zijn medemens uitscheldt, moet onderworpen worden aan de raad [locale of supralocale rechtszetel]; wie zijn medemens verwenst, moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
Wanneer je je gave naar het altaar brengt en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft, laat dan je gave voor het altaar daar, ga je dan eerst verzoenen met je medemens en kom dan met je gave. Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen zolang je met hem onderweg bent, zodat hij je niet overlevert aan de rechter, de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar en je in de gevangenis wordt geworpen. Amen, ik zeg jullie: Je zult daar niet uit geraken voordat je tot de laatste cent hebt betaald.”

De radicaliteit waarmee Jezus hier de wet concreet maakt, brengt heel wat onbegrip met zich mee bij die-van-het-begin en als we eerlijk zijn ook bij ons. Iedereen vindt het heel evident dat je niet doodt. Maar wat als je deze aanwijzing doortrekt tot bij de radix (de wortel)?
Kijk naar Jezus! Hij heeft deze radicaliteit verkondigd en geleefd.
Voor hem is het heel duidelijk: Het gaat over relaties, zegt hij, en over de manier waarop je samen-leeft. Als je het serieus neemt met het koningschap der hemelen dan zullen je relaties radicaal gericht zijn op de ander en zullen ze de cirkel van het geweld moeten doorbreken.
Als je zo samen-leeft kom je uit bij de mateloze goddelijke liefde, bij de liefde die ruimte van leven creëert en samenbrengt, een liefde die verbindt.
Dan zal je zien dat de maat van de liefde, de liefde zonder maat is geworden.
Is dit té vreemd, té radicaal om geleefd te worden? Nochtans is het deze mateloosheid waarmee G-d zich met ons verbindt.

Mt.5,38-42 (14/06/2021)

“Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Een oog voor een oog, een tand voor een tand. [Ex.21,24]
Ik echter zeg jullie: Bied geen weerstand tegen wie jou kwaad doet, maar als iemand jou op je rechterwang slaat, keer ook de andere naar hem toe. En als iemand je voor het gerecht wil dagen en je onderkleding afnemen, laat hem ook je bovenkleding. En als iemand je opeist één mijl met hem mee te gaan, ga er twee met hem mee.
Geef aan wie jou iets vraagt, en keer je niet af van wie iets wil lenen van jou.”

Jezus’ hele redevoering gaat uit van wat hij rondom zich tussen mensen ziet gebeuren. (’t Lijkt wel alsof hij in onze wereld binnen kijkt.) Hij ziet dat mensen er een soort weegschaal op na houden, zowel voor vrienden (voor wat hoort wat), als voor de vijand (oog om oog, tand om tand).
Daarop zegt hij: “Als je G-ds Rijk serieus neemt, dan zal je je gedrag niet mogen laten bepalen door het gedrag van de ander, dan is er maar één gewicht dat als maat kan gelden, nl: de grenzeloze goddelijke liefde”. Het samenleven wordt immers niet mogelijk gemaakt door te betalen met gelijke munt, door een evenwicht of een tegenwicht, maar alleen door een overwicht, een overwicht aan liefde. Voor Jezus is het helder: Alleen door Liefde wordt de vijand ontwapend. Wat houdt ons tegen om het te proberen?
Levend vanuit die grenzeloze goddelijke liefde (al was het maar een beetje), zullen we opgetild worden boven onze menselijke grenzen en misschien - soms even - in staat zijn tot daden die verder gaan dan diegene die we menselijk gezien mogelijk achten.

Mt. 5,33-37 (12/06/2021)

(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.) 

“Opnieuw, je hebt gehoord dat er gezegd is tot die van het begin: Je zult je eed niet breken, maar voor de Heer gedane beloften nakomen. [Deut.23,22]
Ik echter zeg jullie: Zweer helemaal niet! Noch bij de hemelen, want dat is de troon van God; noch bij de aarde, want dat is zijn voetbank; noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning; noch bij je eigen hoofd, want je kunt niet één haar wit of zwart maken.
Daarentegen moet jullie woord zijn: ja is ja, en nee is nee; en al wat daar bij komt is uit den boze!”

Een eed afleggen en zweren zijn naar mijn aanvoelen toch wel vreemde gebruiken. Hebben we dan een eed nodig om anderen ervan te overtuigen dat we de waarheid spreken? Wil dat zeggen dat we zonder eed gewoon een loopje kunnen nemen met de waarheid?
Voor Jezus is het duidelijk: “Zweer helemaal niet!”
Al die eden en dat zweren is er maar om anderen (en waarschijnlijk ook jezelf) ervan te overtuigen dat je goed bezig bent en de juiste (?) dingen doet en zegt. Verschuil je echter niet achter vanalles en nog wat, je doet er G-d onrecht mee.
Wees ‘gewoon’ transparant in woord en daad, dan heb je niets of niemand nodig om je achter te verschuilen. Wees oprecht, dan kan je gewoon ‘zijn’ en kan en mag iedereen door je heen zien en jou in al je kwetsbaarheid ontmoeten. Het is nl. die kwetsbaarheid die openheid en ruimte creëert in jou zodat de a/Ander aanwezig kan komen en je graag zal zien (ook al het gekwetste).
Laat dus je ja, ja zijn en je nee, nee. Leef in de Waarheid zoals Jezus dat deed. Hij leefde in G-d en werd zo zelf Waarheid.

Mt.5,43-48 (27/2/2021)

Jullie hebben gehoord dat er gezegd is:
Je zult wie je nabij is daad-werkelijk liefhebben en je vijand haten. [Lev.19,18]
Maar ik zeg jullie:
Heb je vijanden daad-werkelijk lief,
zegen wie jou vervloekt,
doe goed aan wie jou haat
en bid voor wie jou vervolgt.
Dan worden jullie kinderen van de Vader in de hemelen, want hij laat zijn zon opgaan over slechten en goeden
en laat het regenen over integeren en niet-integeren.
Want als jullie [alleen] liefhebben wie jullie liefheeft, wat is dan je verdienste?
Doen de tollenaars [die hun eigen volk uitbuiten] niet hetzelfde?
En als jullie alleen je vrienden begroeten [= zegenen met vrede], wat doe je dan extra?
Doen de niet-Joden [die volgens de wet buiten Gods plan vielen] niet hetzelfde?
Wees dus volkomen integer zoals jullie Vader in de hemelen volkomen integer is.

 Het zal ietsje meer moeten zijn als we ons christen zijn au sérieux willen nemen, zegt Jezus.
Het is dan niet langer voldoende als je (alleen) liefhebt wie jou liefheeft,
dan zal je ook in relatie moeten gaan met diegene die zich vijandig opstellen naar jou toe.
Ietsje meer liefde dus. Liefde die óók gericht is op hen die jou het leven zuur maken, de grond in boren.
En, zegt Jezus, als je niet zou weten hoe dat moet, wel daad-werkelijk liefhebben doe je al zegenende (hen het beste toewensen), al goeddoende (zien wat hij/zij nodig heeft) en al biddende (hen in jouw gebed tot bij G-d brengen).
Maar vooral door gewoon te kijken naar G-ds liefde. Ze in jou toe te laten en te voelen hoe hij jou bemint.
Zijn liefde is immers bestemd voor iedereen. Je kan níets doen of laten om uit die liefde te vallen.
Als je – ten volle – “G-d’s beminnen zou kunnen beminnen”, dan kan je er toe komen om
op een gelijkaardige manier de ander – ook zij die mij haten – te beminnen.
Ja, dan zou ook ik die ‘Liefde’, dat ietsje meer, kunnen leven.

Mt.5,43-48  (15/06/2021)

Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Je zult wie je nabij is daad-werkelijk liefhebben en je vijand haten. [Lev.19,18]
Ik echter zeg jullie: Heb je vijanden daad-werkelijk lief, zegen wie jou vervloekt, doe goed aan wie jou haat en bid voor wie jou vervolgt.
Dan worden jullie kinderen van de Vader in de hemelen, want hij laat zijn zon opgaan over slechten en goeden en laat het regenen over integeren en niet-integeren.
Want als jullie [alleen] liefhebben wie jullie liefheeft, wat is dan je verdienste? Doen de tollenaars [die hun eigen volk uitbuiten] niet hetzelfde? En als jullie alleen je vrienden begroeten [= zegenen met vrede], wat doe je dan extra? Doen de niet-Joden [die volgens de wet buiten Gods plan vielen] niet hetzelfde?
Wees dus volkomen integer zoals jullie Vader in de hemelen volkomen integer is.”

“Heb je vijanden daad-werkelijk lief, … wees volkomen integer”. Op het eerste gezicht, lijken dit weinig realistische woorden, wat wereldvreemd en naïef. Al naargelang de rekbaarheid van ons geweten laten zij ons koud of voelen we weerstand. Worden we hier niet door G-d en Jezus overvraagd? Hij kent toch onze menselijke zwakheid en kwam niet voor helden en heiligen!
Zeker en vast …
Jezus vraagt dan ook niet dat wij iedereen sympathiek vinden. Het gaat niet om gevoelens en ook niet om alles goed te praten. Liefde is meer dan lief zijn en lief doen. Echte Liefde reikt verder!
Het is – ten volle – “G-d’s beminnen kunnen beminnen” (Psalm 27,4). Dan kan je er toe komen om op een gelijkaardige manier de ander – ook zij die jou haten – te beminnen. Misschien lijkt er geen beginnen aan, maar ik denk: er is wel een begin aan, maar geen einde. We zijn immers bestemd om met al onze vezels en tot in het diepst van ons wezen liefhebbende mensen te worden en dat kan, als we onze blik maar gericht houden op Jezus en net als hij radicaal kiezen voor die Liefde.

 

Mt.5,43-48 (24/02/2024)

43    Jullie hebben gehoord dat er gezegd is:
       Je zult wie je nabij is daad-werkelijk liefhebben
       en je vijand haten. [Lev.19,18]
44    Ik echter zeg jullie:
       Heb je vijanden daad-werkelijk lief,
       zegen wie jou vervloekt,
       doe goed aan wie jou haat
       en bid voor wie jou vervolgt.
45    Dan worden jullie kinderen van de Vader in de hemelen,
       want hij laat zijn zon opgaan over slechten en goeden
       en laat het regenen over integeren en niet-integeren.
46    Want als jullie [alleen] liefhebben wie jullie liefheeft,
       wat is dan je verdienste?
       Doen de tollenaars [die hun eigen volk uitbuiten] niet hetzelfde?
47    En als jullie alleen je vrienden begroeten [= zegenen met vrede],
       wat doe je dan extra?
       Doen de niet-Joden [die volgens de wet buiten Gods plan vielen] niet hetzelfde?
48    Wees dus volkomen integer
       zoals jullie Vader in de hemelen volkomen integer is.

Zolang je ‘één van ons’ bent, treden mensen je bijna altijd beleefd en voorkomend tegemoet. Als je er min of meer verzorgd uitziet, de courante huidskleur hebt en geen moeilijke vragen stelt, glijd je rimpelloos door het leven. Maar wat als je door handicap of ouderdomstraagheid de boel ophoudt, als je met je zakken vol hebben en houden de doorgang blokkeert, als je rare meningen verkondigt, … dan wordt het allemaal wat lastiger.
Zoals Jezus opmerkt is er niets speciaals aan om van je vrienden te houden, dat doet iedereen. Maar solidair zijn met die anderen (laat staan je vijanden), dat is een ander paar mouwen.
De 40-dagentijd kan misschien een periode zijn om onszelf eens te bevragen en enkele zaken op het spoor te komen: Hoe kijk ik naar hen? Hoe spreek ik over hen? Hoe richt ik me tot hen? Misschien is de maatstaf voor een goede samenleving wel: hoe wij omgaan met die buitenbeentjes.
G-d laat alvast de zon schijnen voor íedereen.