Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt. 2,1-12 (3/01/2021)
Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, ten tijde van koning Herodes, kwamen er uit het Oosten magiërs in Jeruzalem aan.
Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn gekomen om Hem te huldigen.’
Toen koning Herodes hiervan hoorde, schrok hij, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen
en wilde van hen weten waar de Messias geboren zou worden. Ze zeiden hem: ‘In Betlehem in Judea.
Want zo staat het geschreven bij de profeet: Betlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda,
want uit u zal een leider voortkomen, die herder zal zijn van mijn volk Israël.’
Toen riep Herodes de magiërs in stilte bij zich en vroeg nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was.
Hij stuurde hen naar Betlehem met de woorden: ‘Ga een nauwkeurig onderzoek instellen naar het kind.
Wanneer u het gevonden hebt, laat het mij dan weten; dan kan ook ik het gaan huldigen.’ Toen ze de koning hadden aanhoord, gingen ze weg.
Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was.
Toen ze de ster zagen, werden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria.
Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze haalden hun schatten tevoorschijn en gaven hem goud, wierook en mirre als geschenk.
En omdat ze in een droom gewaarschuwd waren om niet naar Herodes terug te keren, namen ze de wijk en gingen ze langs een andere weg naar hun land terug.
Twee soorten mensen spelen er mee in ons verhaal.
Enerzijds de wijzen, zij die oprecht zoeken naar iets wat ze vermoeden, meer nog,
naar een werkelijkheid waarvan ze overtuigd zijn en die hen tegemoet treedt.
Mensen die – bewust levend – open staan voor wat hen overstijgt en proberen voeling te krijgen met wat er toe doet.
Anderzijds Herodes, hij die er van overtuigd is dat hij alles in z’n macht heeft, maar eigenlijk totaal van niets blijkt te weten.
Een mens vol van zichzelf die alles in het werk stelt om de zaken onder controle te houden.
Mensen die hun eigen god creëren, die voorthollen en doen wat anderen belangrijk vinden, om zichzelf belangrijk te voelen.
In de realiteit gaat het echter niet om een scheiding tussen mensen maar loopt de scheidingslijn dwars doorheen elke mens.
Kijk dus omhoog en zie de ster(ren) of kijk omlaag en zie het Kind in de kribbe,
dat in al zijn weerloze kwetsbaarheid G-d bij ons bracht, ons zo met hem verbindt en Liefde leert.
Mt.6,24-34 (21/6/2025)
24 Niemand kan twee heren dienen,
want of hij zal de één haten en de ander liefhebben,
of hij zal zich aan de één hechten en de ander verachten.
Je kunt niet God dienen én je persoonlijk be-zit.
25 Daarom zeg ik jullie:
Maak je geen zorgen over jezelf,
wat je zult eten of wat je zult aantrekken.
Is het leven niet meer dan het voedsel
en het lichaam niet meer dan de kledij?
26 Kijk eens naar de vogels in de lucht:
Ze zaaien niet, ze maaien niet, noch verzamelen in schuren …
en jullie hemelse Vader voedt ze.
Hoeveel meer dan zij zijn jullie gedragen!
27 Wie van jullie kan door zich zorgen te maken
aan zijn leven ook maar een meter toevoegen?
28 En over je kledij, wat maak je je zorgen?
Leer ten diepste van de onderscheidende lelies op het veld,
hoe ze groeien:
Ze spinnen niet, ze weven niet …
29 Maar ik zeg jullie:
Zelfs [de spreekwoordelijk] glorieuze [koning] Salomo
was niet gekleed als één van hen.
30 Als God nu het gras,
dat vandaag op het veld staat
en morgen in de oven wordt geworpen,
zó kleedt,
hoeveel te meer dan jullie, klein-vertrouwenden!
31 Wees dus niet bezorgd door je af te vragen:
wat moeten we eten of drinken
en waarmee moeten we ons kleden,
32 want naar deze dingen zoeken alle mensen [die niet vanuit God leven].
Maar jullie hemelse Vader weet dat je ze nodig hebt.
33 Zoeken jullie dus eerst het koningschap van God en zijn integriteit
en al die dingen zullen jullie erbij gegeven worden.
34 Wees dus niet bezorgd over morgen,
want die dag zal bezorgd zijn over zijn eigen dingen
en elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen.
Jezus wijst zijn leerlingen op de relatie die G-d heeft met álle schepselen. In G-ds ogen is elk van hen belangrijk: “Kijk naar de vogels in de hemel: ze zaaien niet, ze maaien niet …, en jullie hemelse Vader voedt ze”. Zo schetst hij een wereld waarin allen (zowel mensen, dieren, planten, … kortom alle levende wezens) als kinderen van eenzelfde Vader verenigd zijn en hij nodigt uit om ook daad-werkelijk die ver-enig-de wereld te beleven. Maar om deze te realiseren zullen er keuzes moeten gemaakt worden, want twee heren dienen kan niet. Kijk daarom naar wat de drijfveer is van heel je doen en laten. Ben je gericht op jezelf en het vergaren van bezit, of op G-d, op respectvol, teder omgaan met heel de schepping? G-d schenkt ons alvast zijn vertrouwen. Hij weet wat er nodig is, zodat niemand zich hoeft te laten vastzetten of lamleggen door de zorgen van het dagelijks bestaan, en er ruimte vrijkomt om te leren leven in het hier en nu, het overbodige los te laten en ‘verenigd’ samen te leven.
Mt.2,1-12 (7/01/2024)
1 Toen nu Jezus geboren was
in Betlehem van Judea,
in de dagen dat Herodes koning was,
kijk, daar kwamen wijzen uit het oosten naar Jeruzalem.
2 Die zeiden:
“Waar is de nieuwgeboren koning van de Joden?
Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien
en wij zijn gekomen om voor hem neer te knielen.”
3 Toen koning Herodes dit hoorde,
raakte hij erg verontrust, en heel Jeruzalem met hem.
4 Hij bracht alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen
en ondervroeg hen over waar de Gezalfde [christos/messiah] geboren zou worden.
5 Ze zeiden hem:
“In Betlehem van Judea,
want zo staat geschreven door de profeet:
6 En jij, Betlehem, land van Juda,
bent zeker niet de kleinste onder de leiders van Juda,
want uit jou zal een leider voortkomen
die herder zal zijn voor mijn volk Israël.” [Micha 5,1-3]
7 Toen riep Herodes in het geheim de wijzen
en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd van het verschijnen van de ster.
8 Hij zond hen naar Betlehem en zei:
“Ga, en doe een nauwkeurig onderzoek naar het kindje,
en van zodra je het gevonden hebt,
bericht het mij dan,
zodat ook ik voor hem kan komen neerknielen.”
9 Nadat ze de koning aanhoord hadden, gingen ze op weg.
En kijk! De ster die ze in het oosten hadden gezien
ging voor hen uit
tot hij stil bleef staan
boven de plaats waar het kindje was.
10 Bij het zien van de ster
werden zij met zeer grote vreugde vervuld.
11 Ze gingen het huis binnen
en vonden het kindje en zijn moeder Maria.
Ze vielen voor hem neer op hun knieën,
openden hun schatkisten
en boden het geschenken: goud, wierook en mirre.
12 Nadat ze in een droom een aanwijzing hadden gekregen
om niet naar Herodes terug te keren,
keerden zij langs een andere weg terug naar hun land.
Het feest van de Openbaring van de Heer (waar Jezus dus aan de wereld bekend wordt gemaakt); ‘driekoningen’ in de volksmond (hun huidskleuren stonden voor de toenmalig bekende wereld, aan wie zij de Openbaring moesten brengen); in de Orthodoxe kerk wordt op dit feest Kerstdag gevierd (wat inhoudelijk helemaal klopt)!
Hoe hebben ze – die ‘wijzen’ – het geweten?
Door naar sterren te kijken en te dromen! Díe zetten je blijkbaar in beweging en doen je dingen zien die anderen niet zien. Of preciezer: Ze doen je ín het gewone het buitengewone zien. Zíj zien in de zoveelste pasgeboren baby het G-dswonder.
De schriftgeleerden daarentegen gaan met hun neuzen in de boeken. Ze vinden daar wel wat interessante ‘informatie’, maar komen er niet door in beweging – en dus ‘zien’ ze ook niets. Herodes laat het allemaal aan anderen over en ziet dus al helemaal niets. Die voelt alleen zijn angst!
De ‘Openbaring’ – dus het hele Jezus- en G-dsverhaal is een kwestie van mensen die durven naar sterren kijken en hun dromen achterna gaan!
Mt.6,19-23 (20/06/2025)
19 Stapel voor jezelf geen schatten op aarde op,
waar mot en vreter ze ontoonbaar maken
en waar dieven inbreken en stelen.
20 Maar stapel schatten in de hemelen op,
waar noch mot noch vreter ze ontoonbaar maken
en waar dieven niet inbreken en niet stelen.
21 Want waar je schat is,
zal ook je hart zijn.
22 De lamp van het lichaam is het oog.
Als dan je oog één-voudig is [helder, gericht op het ene goede],
zal heel je lichaam lichtend zijn.
23 Maar als je oog verdwaasd is,
zal heel je lichaam duister zijn.
Als het licht in jou duister is,
hoe groot is dan de duisternis!
‘Licht’ (helder of duister) dringt je oog binnen en vult de binnenkant van je lichaam alsof je lichaam een lege holte is. Als ik bij deze gedachte stilsta komt spontaan bij mij de vraag bovendrijven: Hoe is het met mijn oog gesteld? Welk ‘licht’ mag er binnendringen en de leegte vullen? M.a.w. Waarop ben ik gericht? Wat is dat ene goede waar ik me op richt?
De Bergrede is duidelijk! Jezus volgen, is je oog een-voudig maken: het richten op G-d en niet op ‘de schatten op aarde”. Het is enkelvoudig en helder, zulke ogen doen heel je wezen stralen.
Mt.2,1-12 (5/01/2025)
1 Toen nu Jezus geboren was
in Betlehem van Judea,
in de dagen dat Herodes koning was,
kijk, daar kwamen wijzen uit het oosten naar Jeruzalem.
2 Die zeiden:
“Waar is de nieuwgeboren koning van de Joden?
Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien
en wij zijn gekomen om voor hem neer te knielen.”
3 Toen koning Herodes dit hoorde,
raakte hij erg verontrust, en heel Jeruzalem met hem.
4 Hij bracht alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen
en ondervroeg hen over waar de Gezalfde [christos/messiah] geboren zou worden.
5 Ze zeiden hem:
“In Betlehem van Judea,
want zo staat geschreven door de profeet:
6 En jij, Betlehem, land van Juda,
bent zeker niet de kleinste onder de leiders van Juda,
want uit jou zal een leider voortkomen
die herder zal zijn voor mijn volk Israël.” [Micha 5,1-3]
7 Toen riep Herodes in het geheim de wijzen
en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd van het verschijnen van de ster.
8 Hij zond hen naar Betlehem en zei:
“Ga, en doe een nauwkeurig onderzoek naar het kindje,
en van zodra je het gevonden hebt, bericht het mij dan,
zodat ook ik voor hem kan komen neerknielen.”
9 Nadat ze de koning aanhoord hadden, gingen ze op weg.
En kijk! De ster die ze in het oosten hadden gezien
ging voor hen uit
tot hij stil bleef staan boven de plaats waar het kindje was.
10 Bij het zien van de ster
werden zij met zeer grote vreugde vervuld.
11 Ze gingen het huis binnen
en vonden het kindje en zijn moeder Maria.
Ze vielen voor hem neer op hun knieën,
openden hun schatkisten
en boden het geschenken: goud, wierook en mirre.
12 Nadat ze in een droom een aanwijzing hadden gekregen
om niet naar Herodes terug te keren,
keerden zij langs een andere weg terug naar hun land.
Het ‘Oosten’ is de plek waar mensen wijs zijn – of juist wijs worden – door naar de sterren te durven kijken, zich vragen te stellen, en daarmee samen op weg te gaan. Niet-weten vormt er de basis om nieuwsgierig te zoeken naar antwoorden die niet vooraf vastliggen en zich te laten leiden door een teken, dat overigens niet altijd even zichtbaar is.
‘Jeruzalem’, het Westen, is de plek waar mensen weten – het al weten. Zekerheden, controle en macht zijn er de leidraad, en wat dit onderuit haalt zorgt voor onrust. Hun kennis halen ze uit de boeken (die op zichzelf wijs zijn), maar zet hen niet op weg. Ze blijven draaien in de kring van het eigen gelijk en het status quo.
‘Bethlehem’ is de plek waar mensen gewoon mens zijn, de ‘stad van David’ – toen al een plek waar het kleine uitverkoren wordt. De koning, de leidsman, blijkt een herder te zijn, een baby zelfs! G-d zelf keert alles om, opdat de mens zich zou omkeren en zien wat ís. Vreugde is het deel van deze mensen!
Zal ik met de wijzen meegaan? Durven op weg gaan met niets dan vragen, maar wel een ster (soms)? Zal ik mijn vragen stellen aan ‘de boeken’, wetend dat ik vérder moet gaan? En zal ik dan knielen – vol vreugde! – bij iets wat helemaal nieuw is, en zo anders dan ik me maar kon voorstellen!?
Mt.2,13-18 (28/12/2024)
13 Toen zij teruggekeerd waren,
kijk!, een engel van de Heer verscheen in een droom aan Jozef en zei:
“Sta op, neem het kindje en zijn moeder mee
en vlucht naar Egypte.
Blijf daar tot ik het je zeg, want Herodes is er op uit het kindje te zoeken om het te doden.”
14 En hij stond op, nam het kindje en zijn moeder ‘s nachts mee en week uit naar Egypte.
15 Hij bleef daar tot de dood van Herodes,
opdat vervuld zou worden het woord van de Heer door de profeet:
“Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.” [Hos.11,1]
16 Toen Herodes inzag dat hij door de wijzen als een klein kind om de tuin was geleid,
werd hij zeer woedend.
Hij zond soldaten en doodde in Betlehem en in de omgeving
al de jongens van twee jaar en jonger,
overeenkomstig de tijd die hij nauwkeurig had nagevraagd bij de wijzen.
17 Zo werd vervuld het woord van de profeet Jeremia:
18 “Een stem wordt in Rama gehoord,
luid geween en veel geklaag:
Rachel, bewenende haar kinderen, wil niet getroost worden,
omdat zij niet meer zijn.” [Jer.31,15]
[Rama is de streek van Betlehem; Rachel is de stammoeder van Israël die daar begraven lag.]
Deze bladzijde van het Evangelie is helaas niet alleen geschiedenis, maar ook brandend actueel. Denk aan de inmiddels vele duizenden onschuldige kinderen die zijn omgekomen in de kwaadaardige en zinloze oorlogen in Oekraïne, Gaza, en andere conflictgebieden. Of aan de miljoenen kinderen die ook vandaag sterven door honger en ziekte als gevolg van armoede en onrecht.
Helaas zijn veel kinderen in deze tijden het slachtoffer van geweld en uitbuiting. Het is schrijnend en godgeklaagd!
In volle kerststemming zou de ruwheid van de wereld waarin de Jezus werd geboren ons wel eens kunnen ontgaan. Maar de evangelist heeft dit verhaal niet zonder reden opgenomen. Het herinnert ons eraan dat Kerstmis gebeurt in een ambivalente context.
De geboorte van Jezus toen – en vandaag opnieuw in ons eigen leven – wist niet plotseling alle leed en wreedheid uit. Dit besef moet ons helpen om tranen over onrecht niet te bagatelliseren of weg te vagen. Kerstmis krijgt immers pas zijn volle betekenis mét de onschuldige kinderen.