Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.5,27-32 (11/06/2021) 

(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.) 

“Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin: Je zult geen overspel begaan. [Ex.20,14]
Ik echter zeg jullie: Ieder die naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al overspel met haar begaan.
Als je oog je ten val brengt: ruk het uit en werp het weg! Het is beter voor je dat één van je leden verloren gaat dan dat heel je lichaam in de gehenna geworpen wordt. En als je hand je ten val brengt: hak haar af en werp haar weg! Het is beter voor je dat één van je leden verloren gaat dan dat heel je lichaam in de gehenna geworpen wordt.
Er is gezegd: Wie zijn vrouw wegzendt moet haar een scheidingsakte geven. [Deut.24,1] Ik echter zeg jullie: Ieder die zijn vrouw wegzendt, maakt haar tot iemand met wie overspel begaan wordt – behalve om reden van hoererij – en wie de weggezondene huwt, begaat overspel.”

Vandaag ligt de focus op echtbreuk en overspel. We weten allemaal hoe kwetsbaar relaties zijn en dat het vandaag de dag lijkt of echtscheidingen vanzelfsprekend geworden zijn. Maar daarnaast weten we ook allemaal hoe leven-gevend een zuivere relatie kan zijn. Het zijn immers die relaties die in wezen spreken van G-d en dus de moeite waard zijn om er radicaal voor te kiezen, elke dag opnieuw. Het lijkt mij dan ook helemaal niet zo vreemd dat Jezus ook deze Wet heel graag wil verdiepen.
Wil een relatie leven-gevend zijn dan gaat het steeds weer over wederzijdse trouw, respect en eerbied, in élke situatie, ook als het lastig wordt. Juist dan: in alle onmacht, pijn en moeite, elkaar trouw nabij blijven, dat geeft leven. Juist dan, te midden van alle moeite en miserie, komt het erop aan de ander te laten voelen dat die voor jou van tel is.
Echte leven-gevende relaties zijn dus allergisch aan begeerte. Begeren maakt de ander tot een object en is uitsluitend gericht op zichzelf en dat is de doodsteek voor een relatie. Dus verwijder begeerte uit je leven, het brengt je relatie(s) in het gedrang en maakt tenslotte jouw leven en dat van de ander tot een hel.

 

Mt. 5,20-26 (9/06/2022)

(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er vorig jaar ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.)

“Ik zeg jullie: Als jullie integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt, zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin: Je zult niet doden [Ex.20,13]; wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
Ik echter zeg jullie: Ieder die vertoornd is op zijn medemens moet onderworpen worden aan het oordeel; wie zijn medemens uitscheldt, moet onderworpen worden aan de raad; wie zijn medemens verwenst, moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
Wanneer je je gave naar het altaar brengt en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft, laat dan je gave voor het altaar daar, ga je dan eerst verzoenen met je medemens
en kom dan met je gave.
Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen zolang je met hem onderweg bent, zodat hij je niet overlevert aan de rechter, de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar en je in de gevangenis wordt geworpen. Amen, ik zeg jullie: Je zult daar niet uit geraken voordat je tot de laatste cent hebt betaald.”

Hier geeft Jezus een eerste voorbeeld van wat hij bedoelt met ‘de wet vervullen’ (zie gisteren). Hij zegt niets anders dan wat er vroeger (“tot die van het begin”) is gezegd, hij voegt er niets aan toe, hij doet er niets van af. Hij past het ‘alleen maar’ toe tot in z’n uiterste consequenties.
Gaat een mens niet innerlijk dood wanneer hij toorn op zich voelt wegen? Krimpt een mens niet ineen wanneer hij uitgescholden wordt? Is er nog levensruimte voor een mens wanneer die verwenst wordt? ‘Doden’ gaat niet alleen over uiterlijk dood maken, maar ook over wat mensen elkaar innerlijk aandoen.
Dat had Jezus door en daar gaat zijn bekommernis naar uit: ‘de wet’ gaat niet alleen over grote maatschappelijke verhoudingen, maar ook over mijn concrete relaties in het leven van elke dag. Hoe ik het met mijn onmiddellijke medemens stel, zal bepalen hoe ‘de wereld’ het stelt. Alleen als ik mijn medemens daad-werkelijk léven schenk, heb ik de wet ‘je zult niet doden’ vervuld.

Mt.5,20-26 (10/06/2021)

(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.) 

“Ik zeg jullie: Als je integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt, zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin: Je zult niet doden [Ex.20,13]; wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
Ik echter zeg jullie: Ieder die vertoornd is op zijn medemens moet onderworpen worden aan het oordeel; wie zijn medemens uitscheldt, moet onderworpen worden aan de raad [locale of supralocale rechtszetel]; wie zijn medemens verwenst, moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
Wanneer je je gave naar het altaar brengt en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft, laat dan je gave voor het altaar daar, ga je dan eerst verzoenen met je medemens en kom dan met je gave. Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen zolang je met hem onderweg bent, zodat hij je niet overlevert aan de rechter, de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar en je in de gevangenis wordt geworpen. Amen, ik zeg jullie: Je zult daar niet uit geraken voordat je tot de laatste cent hebt betaald.”

De radicaliteit waarmee Jezus hier de wet concreet maakt, brengt heel wat onbegrip met zich mee bij die-van-het-begin en als we eerlijk zijn ook bij ons. Iedereen vindt het heel evident dat je niet doodt. Maar wat als je deze aanwijzing doortrekt tot bij de radix (de wortel)?
Kijk naar Jezus! Hij heeft deze radicaliteit verkondigd en geleefd.
Voor hem is het heel duidelijk: Het gaat over relaties, zegt hij, en over de manier waarop je samen-leeft. Als je het serieus neemt met het koningschap der hemelen dan zullen je relaties radicaal gericht zijn op de ander en zullen ze de cirkel van het geweld moeten doorbreken.
Als je zo samen-leeft kom je uit bij de mateloze goddelijke liefde, bij de liefde die ruimte van leven creëert en samenbrengt, een liefde die verbindt.
Dan zal je zien dat de maat van de liefde, de liefde zonder maat is geworden.
Is dit té vreemd, té radicaal om geleefd te worden? Nochtans is het deze mateloosheid waarmee G-d zich met ons verbindt.

Mt.5,38-42 (14/06/2021)

“Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Een oog voor een oog, een tand voor een tand. [Ex.21,24]
Ik echter zeg jullie: Bied geen weerstand tegen wie jou kwaad doet, maar als iemand jou op je rechterwang slaat, keer ook de andere naar hem toe. En als iemand je voor het gerecht wil dagen en je onderkleding afnemen, laat hem ook je bovenkleding. En als iemand je opeist één mijl met hem mee te gaan, ga er twee met hem mee.
Geef aan wie jou iets vraagt, en keer je niet af van wie iets wil lenen van jou.”

Jezus’ hele redevoering gaat uit van wat hij rondom zich tussen mensen ziet gebeuren. (’t Lijkt wel alsof hij in onze wereld binnen kijkt.) Hij ziet dat mensen er een soort weegschaal op na houden, zowel voor vrienden (voor wat hoort wat), als voor de vijand (oog om oog, tand om tand).
Daarop zegt hij: “Als je G-ds Rijk serieus neemt, dan zal je je gedrag niet mogen laten bepalen door het gedrag van de ander, dan is er maar één gewicht dat als maat kan gelden, nl: de grenzeloze goddelijke liefde”. Het samenleven wordt immers niet mogelijk gemaakt door te betalen met gelijke munt, door een evenwicht of een tegenwicht, maar alleen door een overwicht, een overwicht aan liefde. Voor Jezus is het helder: Alleen door Liefde wordt de vijand ontwapend. Wat houdt ons tegen om het te proberen?
Levend vanuit die grenzeloze goddelijke liefde (al was het maar een beetje), zullen we opgetild worden boven onze menselijke grenzen en misschien - soms even - in staat zijn tot daden die verder gaan dan diegene die we menselijk gezien mogelijk achten.

Mt. 5,33-37 (12/06/2021)

(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.) 

“Opnieuw, je hebt gehoord dat er gezegd is tot die van het begin: Je zult je eed niet breken, maar voor de Heer gedane beloften nakomen. [Deut.23,22]
Ik echter zeg jullie: Zweer helemaal niet! Noch bij de hemelen, want dat is de troon van God; noch bij de aarde, want dat is zijn voetbank; noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning; noch bij je eigen hoofd, want je kunt niet één haar wit of zwart maken.
Daarentegen moet jullie woord zijn: ja is ja, en nee is nee; en al wat daar bij komt is uit den boze!”

Een eed afleggen en zweren zijn naar mijn aanvoelen toch wel vreemde gebruiken. Hebben we dan een eed nodig om anderen ervan te overtuigen dat we de waarheid spreken? Wil dat zeggen dat we zonder eed gewoon een loopje kunnen nemen met de waarheid?
Voor Jezus is het duidelijk: “Zweer helemaal niet!”
Al die eden en dat zweren is er maar om anderen (en waarschijnlijk ook jezelf) ervan te overtuigen dat je goed bezig bent en de juiste (?) dingen doet en zegt. Verschuil je echter niet achter vanalles en nog wat, je doet er G-d onrecht mee.
Wees ‘gewoon’ transparant in woord en daad, dan heb je niets of niemand nodig om je achter te verschuilen. Wees oprecht, dan kan je gewoon ‘zijn’ en kan en mag iedereen door je heen zien en jou in al je kwetsbaarheid ontmoeten. Het is nl. die kwetsbaarheid die openheid en ruimte creëert in jou zodat de a/Ander aanwezig kan komen en je graag zal zien (ook al het gekwetste).
Laat dus je ja, ja zijn en je nee, nee. Leef in de Waarheid zoals Jezus dat deed. Hij leefde in G-d en werd zo zelf Waarheid.

Mt.5,43-48 (27/2/2021)

Jullie hebben gehoord dat er gezegd is:
Je zult wie je nabij is daad-werkelijk liefhebben en je vijand haten. [Lev.19,18]
Maar ik zeg jullie:
Heb je vijanden daad-werkelijk lief,
zegen wie jou vervloekt,
doe goed aan wie jou haat
en bid voor wie jou vervolgt.
Dan worden jullie kinderen van de Vader in de hemelen, want hij laat zijn zon opgaan over slechten en goeden
en laat het regenen over integeren en niet-integeren.
Want als jullie [alleen] liefhebben wie jullie liefheeft, wat is dan je verdienste?
Doen de tollenaars [die hun eigen volk uitbuiten] niet hetzelfde?
En als jullie alleen je vrienden begroeten [= zegenen met vrede], wat doe je dan extra?
Doen de niet-Joden [die volgens de wet buiten Gods plan vielen] niet hetzelfde?
Wees dus volkomen integer zoals jullie Vader in de hemelen volkomen integer is.

 Het zal ietsje meer moeten zijn als we ons christen zijn au sérieux willen nemen, zegt Jezus.
Het is dan niet langer voldoende als je (alleen) liefhebt wie jou liefheeft,
dan zal je ook in relatie moeten gaan met diegene die zich vijandig opstellen naar jou toe.
Ietsje meer liefde dus. Liefde die óók gericht is op hen die jou het leven zuur maken, de grond in boren.
En, zegt Jezus, als je niet zou weten hoe dat moet, wel daad-werkelijk liefhebben doe je al zegenende (hen het beste toewensen), al goeddoende (zien wat hij/zij nodig heeft) en al biddende (hen in jouw gebed tot bij G-d brengen).
Maar vooral door gewoon te kijken naar G-ds liefde. Ze in jou toe te laten en te voelen hoe hij jou bemint.
Zijn liefde is immers bestemd voor iedereen. Je kan níets doen of laten om uit die liefde te vallen.
Als je – ten volle – “G-d’s beminnen zou kunnen beminnen”, dan kan je er toe komen om
op een gelijkaardige manier de ander – ook zij die mij haten – te beminnen.
Ja, dan zou ook ik die ‘Liefde’, dat ietsje meer, kunnen leven.