Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.5,17-19 (6/03/2024)
17 “Denk niet dat ik gekomen ben
om de wet en de profeten te ontbinden.
Ik ben niet gekomen om te ontbinden,
maar om te vervullen.
18 Amen, ik zeg jullie:
Totdat hemel en aarde voorbijgaan,
zal niet de kleinste letter van de wet voorbijgegaan zijn
– totdat alles is gebeurd.
19 Wie dus ook maar het kleinste van de geboden loslaat
en het zo leert aan de mensen,
zal de kleinste genoemd worden in het koningschap van de hemelen.
Wie ze echter doet en leert,
die zal groot genoemd worden in het koningschap van de hemelen.”
Jezus is niet gekomen om de wet op te heffen. Niet het kleinste deeltje mag ervan losgemaakt worden. De Wet is immers één groot geheel en alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er valt dus niets af te schaffen van de Wet, het enige wat ons te doen staat, is haar onderhouden in haar totaliteit.
Dit is dan ook wat Jezus dóet. Hij zal de Wet vervullen, vol-maken, daad-werkelijk waar maken! Met heel zijn leven maakt hij duidelijk dat goddelijk leven geen kwestie is van regelneverij, maar dat zo’n leven verder, dieper reikt. Goddelijk leven gaat over leven vanuit verbondenheid, gericht naar ‘G-d’, weg van jezelf.
De norm van Léven zal dus Liefde zijn, een dienende liefde. Wat dit in de praktijk betekent zullen we maar beginnen te verstaan als we ook daad-werkelijk:
de Wet onderhouden, levend vanuit die goddelijke Liefde en gericht op de ander
erop durven vertrouwen dat wij mensen niet perfect hoeven te zijn zolang onze gerichtheid maar juist zit
Ga ervoor, zegt Jezus, doe ook zo, maar wel ten volle. Het is alles of niets tot in het kleinste detail.
Mt.5,20-25 (23/02/2024)
20 “Ik zeg jullie:
Als je integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt,
zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
21 Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin:
Je zult niet doden [Ex.20,13];
wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
22 Ik echter zeg jullie:
Ieder die vertoornd is op zijn medemens
moet onderworpen worden aan het oordeel;
wie zijn medemens uitscheldt,
moet onderworpen worden aan de raad
[locale of supralocale rechtszetel];
wie zijn medemens verwenst,
moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
23 Wanneer je je gave naar het altaar brengt
en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft,
24 laat dan je gave voor het altaar daar,
ga je dan eerst verzoenen met je medemens
en kom dan met je gave.
25 Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen
zolang je met hem onderweg bent,
zodat hij je niet overlevert aan de rechter,
de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar
en je in de gevangenis wordt geworpen.
Jezus promoot hier geen wij-zij denken, geen polarisatie. Het is niet zijn bedoeling om mensen (groepen) tegen elkaar op te zetten. Integendeel! Wat hij verlangt, is dat we met z’n allen integer samen-leven zodat G-d in alles en allen zichtbaar mag worden.
Een weg daartoe is de ander tegemoet treden, hem niet verwensen, uitschelden, gebruiken of veroordelen. En terwijl je onderweg bent dien je ook alert te zijn op wat er bij de ander zoal speelt zodat je ziet wat hem dwarszit, en als dat aan jou ligt, is het eerste wat je te doen staat, je met hem verzoenen.
Dit is duidelijk niet de gemakkelijkste weg. Het is veeleer een vrij radicale weg, maar het woord zegt het zelf, hij brengt je naar de radix (de wortel), nl. de Liefde zonder maat! Daarover gaat het: over een liefdesrelatie die verbindt, de cirkel van geweld doorbreekt en leven geeft. Zo een relatie reikt veel verder dan onze menselijke mogelijkheden.
Is dit té vreemd, té radicaal om geleefd te worden? Nochtans wordt dit soort van mateloosheid nooit geëist, het wijst alleen een richting naar de mateloosheid waarmee G-d zich met ons verbindt.
Mt.5,27-32 (11/06/2021)
(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.)
“Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin: Je zult geen overspel begaan. [Ex.20,14]
Ik echter zeg jullie: Ieder die naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al overspel met haar begaan.
Als je oog je ten val brengt: ruk het uit en werp het weg! Het is beter voor je dat één van je leden verloren gaat dan dat heel je lichaam in de gehenna geworpen wordt. En als je hand je ten val brengt: hak haar af en werp haar weg! Het is beter voor je dat één van je leden verloren gaat dan dat heel je lichaam in de gehenna geworpen wordt.
Er is gezegd: Wie zijn vrouw wegzendt moet haar een scheidingsakte geven. [Deut.24,1] Ik echter zeg jullie: Ieder die zijn vrouw wegzendt, maakt haar tot iemand met wie overspel begaan wordt – behalve om reden van hoererij – en wie de weggezondene huwt, begaat overspel.”
Vandaag ligt de focus op echtbreuk en overspel. We weten allemaal hoe kwetsbaar relaties zijn en dat het vandaag de dag lijkt of echtscheidingen vanzelfsprekend geworden zijn. Maar daarnaast weten we ook allemaal hoe leven-gevend een zuivere relatie kan zijn. Het zijn immers die relaties die in wezen spreken van G-d en dus de moeite waard zijn om er radicaal voor te kiezen, elke dag opnieuw. Het lijkt mij dan ook helemaal niet zo vreemd dat Jezus ook deze Wet heel graag wil verdiepen.
Wil een relatie leven-gevend zijn dan gaat het steeds weer over wederzijdse trouw, respect en eerbied, in élke situatie, ook als het lastig wordt. Juist dan: in alle onmacht, pijn en moeite, elkaar trouw nabij blijven, dat geeft leven. Juist dan, te midden van alle moeite en miserie, komt het erop aan de ander te laten voelen dat die voor jou van tel is.
Echte leven-gevende relaties zijn dus allergisch aan begeerte. Begeren maakt de ander tot een object en is uitsluitend gericht op zichzelf en dat is de doodsteek voor een relatie. Dus verwijder begeerte uit je leven, het brengt je relatie(s) in het gedrang en maakt tenslotte jouw leven en dat van de ander tot een hel.
Mt. 5,20-26 (9/06/2022)
(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er vorig jaar ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.)
“Ik zeg jullie: Als jullie integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt, zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin: Je zult niet doden [Ex.20,13]; wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
Ik echter zeg jullie: Ieder die vertoornd is op zijn medemens moet onderworpen worden aan het oordeel; wie zijn medemens uitscheldt, moet onderworpen worden aan de raad; wie zijn medemens verwenst, moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
Wanneer je je gave naar het altaar brengt en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft, laat dan je gave voor het altaar daar, ga je dan eerst verzoenen met je medemens
en kom dan met je gave.
Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen zolang je met hem onderweg bent, zodat hij je niet overlevert aan de rechter, de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar en je in de gevangenis wordt geworpen. Amen, ik zeg jullie: Je zult daar niet uit geraken voordat je tot de laatste cent hebt betaald.”
Hier geeft Jezus een eerste voorbeeld van wat hij bedoelt met ‘de wet vervullen’ (zie gisteren). Hij zegt niets anders dan wat er vroeger (“tot die van het begin”) is gezegd, hij voegt er niets aan toe, hij doet er niets van af. Hij past het ‘alleen maar’ toe tot in z’n uiterste consequenties.
Gaat een mens niet innerlijk dood wanneer hij toorn op zich voelt wegen? Krimpt een mens niet ineen wanneer hij uitgescholden wordt? Is er nog levensruimte voor een mens wanneer die verwenst wordt? ‘Doden’ gaat niet alleen over uiterlijk dood maken, maar ook over wat mensen elkaar innerlijk aandoen.
Dat had Jezus door en daar gaat zijn bekommernis naar uit: ‘de wet’ gaat niet alleen over grote maatschappelijke verhoudingen, maar ook over mijn concrete relaties in het leven van elke dag. Hoe ik het met mijn onmiddellijke medemens stel, zal bepalen hoe ‘de wereld’ het stelt. Alleen als ik mijn medemens daad-werkelijk léven schenk, heb ik de wet ‘je zult niet doden’ vervuld.
Mt.5,20-26 (10/06/2021)
(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.)
“Ik zeg jullie: Als je integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt, zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin: Je zult niet doden [Ex.20,13]; wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
Ik echter zeg jullie: Ieder die vertoornd is op zijn medemens moet onderworpen worden aan het oordeel; wie zijn medemens uitscheldt, moet onderworpen worden aan de raad [locale of supralocale rechtszetel]; wie zijn medemens verwenst, moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
Wanneer je je gave naar het altaar brengt en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft, laat dan je gave voor het altaar daar, ga je dan eerst verzoenen met je medemens en kom dan met je gave. Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen zolang je met hem onderweg bent, zodat hij je niet overlevert aan de rechter, de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar en je in de gevangenis wordt geworpen. Amen, ik zeg jullie: Je zult daar niet uit geraken voordat je tot de laatste cent hebt betaald.”
De radicaliteit waarmee Jezus hier de wet concreet maakt, brengt heel wat onbegrip met zich mee bij die-van-het-begin en als we eerlijk zijn ook bij ons. Iedereen vindt het heel evident dat je niet doodt. Maar wat als je deze aanwijzing doortrekt tot bij de radix (de wortel)?
Kijk naar Jezus! Hij heeft deze radicaliteit verkondigd en geleefd.
Voor hem is het heel duidelijk: Het gaat over relaties, zegt hij, en over de manier waarop je samen-leeft. Als je het serieus neemt met het koningschap der hemelen dan zullen je relaties radicaal gericht zijn op de ander en zullen ze de cirkel van het geweld moeten doorbreken.
Als je zo samen-leeft kom je uit bij de mateloze goddelijke liefde, bij de liefde die ruimte van leven creëert en samenbrengt, een liefde die verbindt.
Dan zal je zien dat de maat van de liefde, de liefde zonder maat is geworden.
Is dit té vreemd, té radicaal om geleefd te worden? Nochtans is het deze mateloosheid waarmee G-d zich met ons verbindt.
Mt.5,38-42 (14/06/2021)
“Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Een oog voor een oog, een tand voor een tand. [Ex.21,24]
Ik echter zeg jullie: Bied geen weerstand tegen wie jou kwaad doet, maar als iemand jou op je rechterwang slaat, keer ook de andere naar hem toe. En als iemand je voor het gerecht wil dagen en je onderkleding afnemen, laat hem ook je bovenkleding. En als iemand je opeist één mijl met hem mee te gaan, ga er twee met hem mee.
Geef aan wie jou iets vraagt, en keer je niet af van wie iets wil lenen van jou.”
Jezus’ hele redevoering gaat uit van wat hij rondom zich tussen mensen ziet gebeuren. (’t Lijkt wel alsof hij in onze wereld binnen kijkt.) Hij ziet dat mensen er een soort weegschaal op na houden, zowel voor vrienden (voor wat hoort wat), als voor de vijand (oog om oog, tand om tand).
Daarop zegt hij: “Als je G-ds Rijk serieus neemt, dan zal je je gedrag niet mogen laten bepalen door het gedrag van de ander, dan is er maar één gewicht dat als maat kan gelden, nl: de grenzeloze goddelijke liefde”. Het samenleven wordt immers niet mogelijk gemaakt door te betalen met gelijke munt, door een evenwicht of een tegenwicht, maar alleen door een overwicht, een overwicht aan liefde. Voor Jezus is het helder: Alleen door Liefde wordt de vijand ontwapend. Wat houdt ons tegen om het te proberen?
Levend vanuit die grenzeloze goddelijke liefde (al was het maar een beetje), zullen we opgetild worden boven onze menselijke grenzen en misschien - soms even - in staat zijn tot daden die verder gaan dan diegene die we menselijk gezien mogelijk achten.