Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.11,25-30 (4/10/2025)
25 Ook in die tijd zei Jezus:
“Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde,
dat je deze dingen verborgen hebt
voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen
en ze onthuld hebt
voor [onmachtige] onmondigen.
26 Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat.
27 Alles is mij door mijn vader toevertrouwd,
en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader,
en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon
en aan wie de zoon het wil onthullen.
28 Kom naar mij,
allen die vermoeid bent en onder lasten gebukt,
en ik zal je rust geven.
29 Neem mijn juk op:
laat mij je leermeester zijn
– zachtaardig en deemoedig van hart,
en je zult rust vinden in jezelf.
30 Want mijn juk is teder
en mijn last is licht.
Zonder juk gaat het blijkbaar niet in het leven. Maar het juk dat Jezus biedt is te dragen. “Mijn juk is teder en mijn last is licht”, zegt hij. Hoe komt het dat zijn juk teder en zijn last licht is? Het antwoord vinden we in het gebed dat hij uitspreekt: Hij dankt voor de intimiteit van Vader en Zoon, de intimiteit van het gekend worden ten diepste, van onvoorwaardelijke liefde. Vanuit de intimiteit met de Vader is elke last te dragen, omdat er dan perspectief is: de Ene draagt met je mee.
Dit alles is onthuld aan eenvoudigen, maar verborgen voor wijzen en verstandigen of anders gezegd: mensen die zichzelf wijs en verstandig vinden, maar daarmee op slot zijn gegaan voor verwondering, voor datgene wat er vanuit de andere kant op hen kan toekomen.
Het is openbaar gemaakt aan eenvoudige mensen, onbevangen en open voor wat op hen toekomt. Dit wil niet zeggen dat een eenvoudig mens een doetje is. Kijk maar naar Franciscus: Hij wist wat hij wilde, kende zijn roeping en hield daaraan vast en sprak.
Mt. 2,1-12 (3/01/2021)
Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, ten tijde van koning Herodes, kwamen er uit het Oosten magiërs in Jeruzalem aan.
Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn gekomen om Hem te huldigen.’
Toen koning Herodes hiervan hoorde, schrok hij, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen
en wilde van hen weten waar de Messias geboren zou worden. Ze zeiden hem: ‘In Betlehem in Judea.
Want zo staat het geschreven bij de profeet: Betlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda,
want uit u zal een leider voortkomen, die herder zal zijn van mijn volk Israël.’
Toen riep Herodes de magiërs in stilte bij zich en vroeg nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was.
Hij stuurde hen naar Betlehem met de woorden: ‘Ga een nauwkeurig onderzoek instellen naar het kind.
Wanneer u het gevonden hebt, laat het mij dan weten; dan kan ook ik het gaan huldigen.’ Toen ze de koning hadden aanhoord, gingen ze weg.
Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was.
Toen ze de ster zagen, werden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria.
Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze haalden hun schatten tevoorschijn en gaven hem goud, wierook en mirre als geschenk.
En omdat ze in een droom gewaarschuwd waren om niet naar Herodes terug te keren, namen ze de wijk en gingen ze langs een andere weg naar hun land terug.
Twee soorten mensen spelen er mee in ons verhaal.
Enerzijds de wijzen, zij die oprecht zoeken naar iets wat ze vermoeden, meer nog,
naar een werkelijkheid waarvan ze overtuigd zijn en die hen tegemoet treedt.
Mensen die – bewust levend – open staan voor wat hen overstijgt en proberen voeling te krijgen met wat er toe doet.
Anderzijds Herodes, hij die er van overtuigd is dat hij alles in z’n macht heeft, maar eigenlijk totaal van niets blijkt te weten.
Een mens vol van zichzelf die alles in het werk stelt om de zaken onder controle te houden.
Mensen die hun eigen god creëren, die voorthollen en doen wat anderen belangrijk vinden, om zichzelf belangrijk te voelen.
In de realiteit gaat het echter niet om een scheiding tussen mensen maar loopt de scheidingslijn dwars doorheen elke mens.
Kijk dus omhoog en zie de ster(ren) of kijk omlaag en zie het Kind in de kribbe,
dat in al zijn weerloze kwetsbaarheid G-d bij ons bracht, ons zo met hem verbindt en Liefde leert.
Mt.6,24-34 (21/6/2025)
24 Niemand kan twee heren dienen,
want of hij zal de één haten en de ander liefhebben,
of hij zal zich aan de één hechten en de ander verachten.
Je kunt niet God dienen én je persoonlijk be-zit.
25 Daarom zeg ik jullie:
Maak je geen zorgen over jezelf,
wat je zult eten of wat je zult aantrekken.
Is het leven niet meer dan het voedsel
en het lichaam niet meer dan de kledij?
26 Kijk eens naar de vogels in de lucht:
Ze zaaien niet, ze maaien niet, noch verzamelen in schuren …
en jullie hemelse Vader voedt ze.
Hoeveel meer dan zij zijn jullie gedragen!
27 Wie van jullie kan door zich zorgen te maken
aan zijn leven ook maar een meter toevoegen?
28 En over je kledij, wat maak je je zorgen?
Leer ten diepste van de onderscheidende lelies op het veld,
hoe ze groeien:
Ze spinnen niet, ze weven niet …
29 Maar ik zeg jullie:
Zelfs [de spreekwoordelijk] glorieuze [koning] Salomo
was niet gekleed als één van hen.
30 Als God nu het gras,
dat vandaag op het veld staat
en morgen in de oven wordt geworpen,
zó kleedt,
hoeveel te meer dan jullie, klein-vertrouwenden!
31 Wees dus niet bezorgd door je af te vragen:
wat moeten we eten of drinken
en waarmee moeten we ons kleden,
32 want naar deze dingen zoeken alle mensen [die niet vanuit God leven].
Maar jullie hemelse Vader weet dat je ze nodig hebt.
33 Zoeken jullie dus eerst het koningschap van God en zijn integriteit
en al die dingen zullen jullie erbij gegeven worden.
34 Wees dus niet bezorgd over morgen,
want die dag zal bezorgd zijn over zijn eigen dingen
en elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen.
Jezus wijst zijn leerlingen op de relatie die G-d heeft met álle schepselen. In G-ds ogen is elk van hen belangrijk: “Kijk naar de vogels in de hemel: ze zaaien niet, ze maaien niet …, en jullie hemelse Vader voedt ze”. Zo schetst hij een wereld waarin allen (zowel mensen, dieren, planten, … kortom alle levende wezens) als kinderen van eenzelfde Vader verenigd zijn en hij nodigt uit om ook daad-werkelijk die ver-enig-de wereld te beleven. Maar om deze te realiseren zullen er keuzes moeten gemaakt worden, want twee heren dienen kan niet. Kijk daarom naar wat de drijfveer is van heel je doen en laten. Ben je gericht op jezelf en het vergaren van bezit, of op G-d, op respectvol, teder omgaan met heel de schepping? G-d schenkt ons alvast zijn vertrouwen. Hij weet wat er nodig is, zodat niemand zich hoeft te laten vastzetten of lamleggen door de zorgen van het dagelijks bestaan, en er ruimte vrijkomt om te leren leven in het hier en nu, het overbodige los te laten en ‘verenigd’ samen te leven.
Mt.12,14-21 (19/07/2025)
14 De farizeeën gingen naar buiten
en beraadslaagden hoe ze hem zouden kunnen ombrengen.
15 Maar Jezus besefte dit en ging van daar weg.
Een grote menigte volgde hem en hij genas hen allen.
16 Hij verbood hen nadrukkelijk hem bekend te maken,
17 opdat vervuld zou worden wat gezegd werd door de profeet Jesaja:
18 “Zie mijn kind [pais: kind of dierbare dienaar],
mijn uitgekozene, mijn geliefde,
in wie mijn wezen vreugde vindt.
Ik zal mijn geest op hem leggen
en hij zal aan de volken het rechte verkondigen.
19 Hij zal niet twisten of schreeuwen,
niemand zal zijn stem op straat horen;
20 een geknakt riet zal hij niet breken
en een smeulende vlaspit niet doven;
totdat het rechte zegeviert door hem.
21 En op zijn naam zullen velen hopen.” [Jes.42,1-4]
Hier zien we hoe verschillend er gereageerd kan worden op lastige situaties.
De farizeeën – zij die beweren kenners van de Schrift te zijn – gaan overleggen hoe ze de andere partij kunnen ombrengen.
Jezus zelf gaat weg, omdat hij het conflict niet wil opzoeken. Hij verheft zijn stem niet om zijn eisen ingewilligd te krijgen. Hij ziet wel wie worstelt om zijn weg te vinden in de duisternis …
En de mensen – een grote menigte – beslissen om Jezus te volgen.
Het is aan deze volgers dat Jezus een prachtig wereldbeeld schetst. Wat een contrast met de heersers van deze wereld! Ik word er helemaal warm van. Ja op zo’n wereld durf ik te hopen in de Bijbelse betekenis. Hier en nu mag ik weten dat wat ons wordt toegezegd ook echt waar zal worden, nu reeds gebeurt en dat het te zien is. Tenminste als ik durft te kijken, en ik het niet afbreek of uitdoof nog voor het de ruimte gekregen heeft om te groeien.
Mt.14,1-12 (2/08/2025)
1 In die tijd hoorde de viervorst Herodes het gerucht over Jezus
2 en hij zei tegen zijn vertrouwelingen:
“Dat is Johannes de doper die is opgestaan uit de doden!
Daardoor werken die krachten in hem.”
3 Want Herodes had Johannes gegrepen
en hem gebonden in de gevangenis,
omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus.
4 Johannes had hem immers gezegd:
“Het is je niet geoorloofd haar te huwen.”
5 Hij had hem willen doden,
maar hij vreesde de menigte
omdat zij hem als een profeet beschouwden.
6 Toen Herodes echter een verjaardagsfeest gaf,
danste de dochter van Herodias in hun midden.
Zij behaagde Herodes zozeer
7 dat hij met een eed beloofde haar te geven wat ze vroeg.
8 Zij zei, eerder al opgestookt door haar moeder:
“Geef mij, hier op een schotel,
het hoofd van Johannes de doper.”
9 De koning werd bedroefd,
maar vanwege de eed en de tafelgenoten,
beval hij dat het haar zou worden gegeven.
10 En hij zond iemand
om Johannes in de gevangenis te onthoofden.
11 Men bracht zijn hoofd op een schotel
en gaf het aan het meisje
en zij bracht het naar haar moeder.
12 Zijn leerlingen kwamen,
namen het lichaam mee en begroeven het.
Daarna gingen ze het Jezus melden.
Bij het lezen van dit Evangelie voel ik van bij ’t begin, hoe lastig Herodes het heeft met heel deze situatie. Ik voel de innerlijke strijd die in hem woedt.
Maar wat zou er in mij zou gebeuren als ik dit Evangelie een aantal keer zou herlezen, telkens vanuit een ander perspectief: alsof ik in de schoenen sta van Herodias, of de feestvierders, of vanuit de schoenen van de dochter van Herodias, of de leerlingen, ... Ik doe het, en telkens laat ik, in alle openheid, het hele gebeuren op me afkomen. Stilaan begin ik te begrijpen wat elk van hen drijft, zonder hen als mens te veroordelen, en mag ik ontdekken waarom elk van hen doet en zegt wat er te lezen staat.
En dan denk ik: Hoe zou mijn dag eruitzien als ik vandaag op deze manier zou leven? Telkens ik iemand tegenkom, wil ik mezelf laten uitdagen en ont-dekken hoe de ander in het leven staat. Ik wil op zoek gaan naar datgene van waaruit deze mens handelt en spreekt.
Zou mij dat niet een pak milder maken naar de ander toe en ook naar mezelf?
Mt.2,1-12 (7/01/2024)
1 Toen nu Jezus geboren was
in Betlehem van Judea,
in de dagen dat Herodes koning was,
kijk, daar kwamen wijzen uit het oosten naar Jeruzalem.
2 Die zeiden:
“Waar is de nieuwgeboren koning van de Joden?
Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien
en wij zijn gekomen om voor hem neer te knielen.”
3 Toen koning Herodes dit hoorde,
raakte hij erg verontrust, en heel Jeruzalem met hem.
4 Hij bracht alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen
en ondervroeg hen over waar de Gezalfde [christos/messiah] geboren zou worden.
5 Ze zeiden hem:
“In Betlehem van Judea,
want zo staat geschreven door de profeet:
6 En jij, Betlehem, land van Juda,
bent zeker niet de kleinste onder de leiders van Juda,
want uit jou zal een leider voortkomen
die herder zal zijn voor mijn volk Israël.” [Micha 5,1-3]
7 Toen riep Herodes in het geheim de wijzen
en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd van het verschijnen van de ster.
8 Hij zond hen naar Betlehem en zei:
“Ga, en doe een nauwkeurig onderzoek naar het kindje,
en van zodra je het gevonden hebt,
bericht het mij dan,
zodat ook ik voor hem kan komen neerknielen.”
9 Nadat ze de koning aanhoord hadden, gingen ze op weg.
En kijk! De ster die ze in het oosten hadden gezien
ging voor hen uit
tot hij stil bleef staan
boven de plaats waar het kindje was.
10 Bij het zien van de ster
werden zij met zeer grote vreugde vervuld.
11 Ze gingen het huis binnen
en vonden het kindje en zijn moeder Maria.
Ze vielen voor hem neer op hun knieën,
openden hun schatkisten
en boden het geschenken: goud, wierook en mirre.
12 Nadat ze in een droom een aanwijzing hadden gekregen
om niet naar Herodes terug te keren,
keerden zij langs een andere weg terug naar hun land.
Het feest van de Openbaring van de Heer (waar Jezus dus aan de wereld bekend wordt gemaakt); ‘driekoningen’ in de volksmond (hun huidskleuren stonden voor de toenmalig bekende wereld, aan wie zij de Openbaring moesten brengen); in de Orthodoxe kerk wordt op dit feest Kerstdag gevierd (wat inhoudelijk helemaal klopt)!
Hoe hebben ze – die ‘wijzen’ – het geweten?
Door naar sterren te kijken en te dromen! Díe zetten je blijkbaar in beweging en doen je dingen zien die anderen niet zien. Of preciezer: Ze doen je ín het gewone het buitengewone zien. Zíj zien in de zoveelste pasgeboren baby het G-dswonder.
De schriftgeleerden daarentegen gaan met hun neuzen in de boeken. Ze vinden daar wel wat interessante ‘informatie’, maar komen er niet door in beweging – en dus ‘zien’ ze ook niets. Herodes laat het allemaal aan anderen over en ziet dus al helemaal niets. Die voelt alleen zijn angst!
De ‘Openbaring’ – dus het hele Jezus- en G-dsverhaal is een kwestie van mensen die durven naar sterren kijken en hun dromen achterna gaan!